Sonja Graafstal en Carine Heijligers

195 DATA-ANALYSE Afbeelding 2c.8 Eendimensionale Weergave van een ECG-signaal waarbij Voltage als een Functie van Tijd gepresenteerd wordt Aan de hand van een tijdserie kunnen we onderzoeken hoeveel tijd er zit tussen recurrerende punten. Een manier om dit te doen is door een van de fases van de hartslag te bestempelen als punt R en vervolgens te meten met welke regelmaat dit punt herhaald wordt. Een gezond hart heeft een hartslagritme waarin een duidelijke herhaling zichtbaar is, maar tegelijkertijd bevat de hartslag ook afwijkende ritmes en fluctueert de hartslag tussen snellere en langzamere hartslagritmes, ook wel de hartslagvariabiliteit genoemd (Baille et al., 2009)54. Om de variabiliteit van het hartritme te onderzoeken wordt de hartslag gedurende een bepaald tijdinterval gemeten. Deze tijdserie van hartslagen kan vervolgens geanalyseerd worden door de tijd tussen de punten R te meten, de zogenaamde RR-intervallen. Op basis van deze informatie kan de hartslagvariabiliteit vastgesteld worden die informatie geeft over de conditie van het hart en de gezondheid van een persoon. Vervolgens kunnen er op gezette tijden tijdseries gemaakt worden van de hartslagvariabiliteit en kan men de conditie van het hart over langere tijd observeren en het proces van vooruitgang of achteruitgang volgen. Op Afbeelding 2c.9 is een voorbeeld te zien van de tijd tussen enkele hartslagen waarmee de hartslagvariabiliteit kan worden vastgesteld. Deze variabiliteit kan vervolgens worden omgezet in een tijdserie van RR-intervallen. Zie Afbeelding 2c.10 voor een dergelijke tijdserie. 54 Een verklaring voor dit verschijnsel is dat een gezond hart op elk moment in staat moet zijn om te versnellen of te vertragen al naar gelang de situatie daarom vraagt. Een hartritme met een lage variabiliteit zit als het ware ‘gevangen’ in zijn eigen ritme en kan daar veel moeilijker uit loskomen wanneer dat nodig is dan een ritme dat van zichzelf al wat meer fluctueert. 2C

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw