Sonja Graafstal en Carine Heijligers

224 3A van gelijke lengte af van de gekozen bolletjes wol en Dewy knipt de draadjes door. Tussendoor beweegt ze met de schaar voor de neus van de hond, waarna Mireille de schaar uit de handen van Dewy pakt. Dan gaat het regenen en besluiten ze om de spulletjes op te ruimen en binnen verder te gaan met het maken van een ketting. Vanuit de bewegingsanalyse wordt duidelijk dat Dewy en Mireille een bewegingspatroon hebben waarbij Mireille Dewy volgt in haar beweging door te benoemen wat ze ziet en door te zeggen wat ze wil dat Dewy doet, bijvoorbeeld: de hond met rust laten en op de trampoline komen zitten. Ook valt op dat Dewy veel sneller wisselt van gespreksonderwerp en van fysieke richting dan Mireille. Dewy gaat van de bolletjes wol, naar de hond, naar Mireille, naar haar schoenen terwijl Mireille voornamelijk gericht is op de wol en Dewy. Als gevolg hiervan praten beiden over verschillende onderwerpen. Op het moment dat Mireille over het halen van de schaar begint, vraagt Dewy of ze ook meer draadjes mag gebruiken. Mireille biedt in herhaling het spelmateriaal aan. Wanneer ze binnen 30 cm van Dewy het materiaal laat zien, reageert Dewy op haar aanbod en kijkt ze naar de wol. Dit duurt enkele seconden, waarna ze weer een andere kijkrichting inneemt en een ander onderwerp ter sprake brengt. Samenvattend kan gezegd worden dat er in deze relatie vooral sprake is van onderscheidende bewegingen op het gebied van onderwerp en fysieke richting, waarbij Dewy sneller en vaker wisselt van richting. Synchronie is vooral zichtbaar in de snelheid van bewegen en praten, want ze hebben eenzelfde snelheid van spreken en bewegen. Als gevolg van het snelle wisselen van onderwerp door Dewy, ontstaat volggedrag bij Mireille om toch de verbinding te maken en te behouden met Dewy. Bij Dewy is vooral initiatiefname zichtbaar en is haar volggedrag vluchtig. Interpretatie volgens Beweging-als-houvast In het contact tussen Mireille en Dewy valt op dat de vluchtigheid en de korte aandachtspanne vergelijkbaar is met het interactiepatroon van een jonge baby. Mireille trekt de aandacht van Dewy door dichtbij Dewy het materiaal aan te bieden, zoals ouders een rammelaar bij een baby aanbieden: Mireille noemt de naam van Dewy en toont haar de wol. Op deze manier weet Mireille iedere keer de aandacht van Dewy naar de activiteit terug te brengen. Tegelijkertijd is de wijze waarop er samengewerkt wordt met het materiaal, vergelijkbaar met hoe verzorgers met een peuter van twee jaar samen knutselen waarbij ieder een eigen rol heeft: de een houdt de draad vast, de ander knipt de draad door. Zelfs de manier waarop Dewy de draad doorknipt met de schaar, namelijk met twee handen, heeft meer weg van een tweejarige dan van een zevenjarige. Tenslotte biedt Mireille materiaal aan dat past bij de interesse van de 7-jarige Dewy, namelijk samen een armband knutselen. We kunnen dus stellen dat de interactiepatronen die opvallen in het contact tussen de Mireille en Dewy, vergelijkbaar

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw