Sonja Graafstal en Carine Heijligers

227 DEWY - MIREILLE Om dit te toetsen, is gebruik gemaakt van acht filmopnames in de periode september 2011 – mei 201262. De filmopnames variëren van 7 – 36 minuten. De intraraterbetrouwbaarheid van het coderen was ,80 en de interraterbetrouwbaarheid was ,85. De categorische tijdseries van kijkrichting van hulpgever Mireille en hulpvrager Dewy zijn geanalyseerd met Cross Recurrence Quantification Analyses (CRQA), zie hoofdstuk 2c. We kijken telkens naar de diagonale, verticale en horizontale lijnen van de Recurrence Plot. De gele lijn is de diagonale lijn en representeert de mate van synchroniciteit van de dyade, waarbij de x-as de hulpvrager representeert en de y-as de hulpgever. De rode lijn representeert het initiatief van de hulpvrager en het volggedrag van de hulpgever. De blauwe lijn representeert het initiatief van de hulpgever en het volggedrag van de hulpvrager. Vervolgens wordt van elke lijn het percentage recurrente punten berekend, de gemiddelde lengte van het aantal aaneengesloten punten en de maximale lengte van de aaneengesloten punten. Dit resulteert in de volgende parameters. DET: determinisme betreft het percentage punten dat zich bevindt op diagonale lijnen ten opzichte van het totaal aantal herhalende punten. Het is een indicatie van de mate van synchroniciteit van de dyade. LAM: het percentage punten dat zich bevindt op horizontale of verticale lijnen ten opzichte van het totaal aantal herhalende punten. Het betreft de mate waarin het ene lid van de dyade de ander volgt in het patroon. TT: de gemiddelde lengte van alle horizontale of verticale lijnen. Het betreft de gemiddelde duur waarop het ene lid van de dyade de ander volgt. MAXline: de langste diagonale lijn. Het betreft de langste duur waarin een dyade zich volgens eenzelfde patroon herhaalt. MEANline: de gemiddelde lengte van alle diagonale lijnen. Het betreft de gemiddelde duur waarin een dyade zich volgens eenzelfde patroon herhaalt. Voor een verdere uitleg van de betekenis van deze parameters wordt verwezen naar hoofdstuk 2c. Kijkrichting Spel In Afbeelding 3a.1 is te zien dat de synchroniciteit in gezamenlijke kijkrichting naar het spel vanaf het derde meetmoment toeneemt. Dit is te zien aan de lijn van het Determinisme (gele lijn), de indicator voor de synchroniciteit van het tweetal. Ook valt op dat de mate waarin hulpgever Mireille en Dewy elkaar volgen in kijkrichting naar het spel redelijk gelijk op gaat. De rode en blauwe lijnen wisselen elkaar af en zijn vanaf het zevende meetmoment praktisch gelijk aan elkaar. Er is sprake van wederkerigheid in volggedrag, hetgeen een van de doelen van de interventie was. 62 De gefilmde meetmomenten zijn: 26 september 2011, 31 oktober 2011, 12 december 2011, 9 januari 2012, 6 februari 2012, 19 maart 2012, 16 april 2012 en 21 mei 2012. 3A

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw