Sonja Graafstal en Carine Heijligers

257 MENNO – JORAM AFSTAND ruimtelijke positie afstand overbruggen bewegingen ten opzichte van het eigen lichaam Menno en Joram bewegen allebei met hun beide armen boven de tafel. Beiden bewegen hun romp naar voren en naar achteren. Joram buigt over de helft van de tafel en leunt met zijn elleboog op de tafel, hij ondersteunt zo zijn hoofd. Joram gebruikt de ruimte naar voren en achteren, Menno gebruikt de ruimte ook naar rechts. - Joram beweegt verder over het midden van de tafel dan Menno. Daarna beweegt Menno ook verder dan het midden over de tafel. - Joram buigt zijn hoofd naar voren om op het kaartje te kijken, vervolgens buigt Menno ook zijn hoofd naar voren om op het kaartje te kijken. - Vervolgens gaat Menno weer rechtop zitten en volgt Joram door ook rechtop te gaan zitten. Beiden volgen elkaar. Menno buigt schuin naar beneden, naar de bak rechts van hem op de grond. Joram blijft recht zitten met zijn romp richting de tafel. Joram volgt Menno niet. SPIERSPANNING Joram en Menno hebben ongeveer eenzelfde spierspanning als ze bewegen. Menno heeft om zijn mond meer spierspanning dan Joram. Als Menno Joram aankijkt en een vraag stelt, dan kijkt Menno terug, vervolgens spant Menno zijn mondspieren zodat het op een glimlach lijkt. Menno laat dit telkens zien bij aankijken. Joram verhoogt zijn spierspanning niet en volgt Menno niet. GELUID Menno en Joram praten beiden en zijn goed te verstaan. Menno herhaalt woorden en zinnen van Joram. Joram en Menno praten op dezelfde toonhoogte. Joram praat soms met meer intonatie, fluctuatie en dynamiek dan Menno. Soms praat Joram en blijft Menno stil. Joram vraagt: “Heb jij nog meer treinen in de winter?” Menno antwoordt: “nog meer in de winter?” Menno volgt Joram. Joram zegt: ”Waaraan kun je dat zien of het lente is?” Menno blijft stil. Menno volgt Joram niet. 3B

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw