Sonja Graafstal en Carine Heijligers

260 3B duidelijk dat het volgen van de beweging van hulpgever Joram ook op alledaagse activiteiten kan worden toegepast. Menno laat zich graag verzorgen zoals passend is bij een tweejarig kind. Hij weigert om zelf zijn schoenen aan te doen en zegt dan: ‘mama moet dat doen’. Zelf de schoenen aantrekken kan uitlopen op een drama, waarbij Menno in alle toonaarden laat weten dat hij zijn schoenen niet aandoet en of ze direct wegsmijt. Joram is nooit ingegaan op de woordenstroom en het verzet. Hij pakt de schoenen van Menno en zegt: ‘we gaan’. Hij wacht tot Menno naar hem kijkt. Daarna kijkt Joram naar zijn eigen schoenen en vervolgens naar die van Menno en zegt, ‘ik kan al gaan want ik heb schoenen aan’. Joram buigt met de schoenen van Menno in zijn hand voorover, biedt hem zijn schoenen aan en beweegt zijn hoofd richting de voeten van Menno. Menno neemt de schoenen aan en doet ze aan zijn voeten. Joram zegt, ‘we gaan’, hij gaat rechtop staan en loopt richting de deur. Menno volgt hem. Joram en Menno besluiten tijdens een van de wekelijkse ontmoetingen om samen een autoritje te maken. Binnen de familie leiden autoritjes tot veel ergernis, want Menno wil altijd voorin zitten. Ieder gesprek waarbij Menno wordt uitgenodigd om achterin te gaan zitten loopt uit op een scène. Het gevolg is dan vaak dat er geen autoritje plaatsvindt of dat Menno toch voorin zit. Joram pakt dit onderwerp direct aan. Ze lopen samen naar de auto, Joram opent het portier van de achterdeur, waarbij hij tegelijkertijd zegt: ‘in mijn auto zitten alle kinderen achterin’. Dat zegt hij met meer intonatie dan wanneer hij gewoonlijk tot Menno spreekt. Zijn arm en hand wijzen in de richting van de achterbank waarbij hij ook een beetje vooroverbuigt richting de bank. Menno stapt in en volgt de richting die Joram hem aanwijst. Het gevolg is dat Menno ook bij zijn ouders steeds vaker accepteert om achterin te zitten. Ouderbegeleiding Naast het een-op-een contact dat Joram had met Menno, heeft Joram ook veel aandacht besteed aan de ouders en hun partnerrelatie. De ouders waren uitgeput van de jarenlange strijd en hadden nog maar weinig energie over voor elkaar. Joram ging samen met hen op zoek naar mogelijkheden om dit patroon om te buigen. Dit heeft de ouders erg geholpen. In een interview dat in 2014 is afgenomen (Lormans, 2014) vertellen de ouders over de ouderbegeleiding die zij tijdens het hulpverleningsproces hebben gehad. Hieronder staat een beknopte impressie. In hoofdstuk 3c komen de ouders opnieuw aan het woord als ze vertellen wat zij zelf geleerd hebben in de omgang met Menno.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw