283 LEVI - GERDA Samenvatting In deze casus staat Levi centraal. Levi is 14 jaar oud als de hulpverlening met beweging-als-houvast start. Hij woont met zijn drie jongere zusjes en ouders in een eengezinswoning. De hulpverlening werd aangevraagd omdat Levi in het gezin volledig zijn eigen gang gaat en naar niemand luistert. Zijn zelfbepalende gedrag is zo storend dat zijn zusjes niet meer met hem op pad willen en zijn ouders blij zijn als Levi niet thuis is. In het dossier was sprake van de diagnoses licht verstandelijke beperking en reactieve hechtingsstoornis. Uit de analyse van de balans van gezamenlijkheid en onderscheid van Levi en de hulpgever bleek dat er meer onderscheidende bewegingen zijn dan gezamenlijke. Ook kon worden vastgesteld dat Levi de bewegingen van de hulpgever slechts een enkele maal volgde. Dit gebeurde alleen nadat de hulpgever nadrukkelijk de aandacht op zichzelf vestigde door groots te bewegen en met nadruk te spreken. Het doel van de hulpverlening was het ontwikkelen van wederkerigheid. Dit vertaalde zich concreet in het ontwikkelen van volggedrag van Levi in relatie tot de hulpgever. De verwachting was dat wanneer wederkerige interacties ontstaan tussen Levi en de hulpgever, het gedrag van Levi minder zelfbepalend zou worden, allereerst in relatie tot de hulpgever en vervolgens ook in relatie tot zijn ouders. De verwachting op de langere termijn was dat de onderlinge relaties van Levi en de gezinsleden verbeteren en prettiger worden. De beïnvloeding vond plaats door gebruik te maken van alle bewegingskenmerken: richting, snelheid, afstand, spierspanning en geluid. De hulpgever is alle bewegingskenmerken met veel nadruk gaan inzetten om zo de aandacht van Levi te trekken en volggedrag te ontlokken. De variabele die werd getoetst is vrij vertaald ‘bewegingsintensiteit’, gemeten met MEA, zie hoofdstuk 2c. Het bewegingskenmerk dat hier het dichtst bij in de buurt komt is snelheid. Op basis van CRQA hebben we vastgesteld dat er na een jaar sprake is van een toename in gemiddelde en maximale duur in volggedrag van Levi wat bewegingsintensiteit betreft. Hiermee is een begin gemaakt met de ontwikkeling van wederkerigheid. De verwachting dat Levi minder zelfbepalend wordt en dat gezinsrelaties verbeteren is na 1,5 jaar hulpverlening ten dele uitgekomen. Intensieve en langdurige hulpverlening blijkt nodig en wordt vervolgens ook ingezet. In de discussie wordt stilgestaan bij de mogelijke gevolgen van een grote discrepantie tussen de sociaal-emotionele leeftijd en de kalenderleeftijd met bijbehorende verwachtingen ten aanzien van de cognitieve ontwikkeling. Deze discrepantie heeft in het leven van Levi voor een scala aan bijkomende problemen gezorgd. Het vraagt van 3D
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw