Sonja Graafstal en Carine Heijligers

285 LEVI - GERDA spullen als die van zijn ouders. Afspraken die de ouders met Levi maken komt hij niet na. Straf helpt niet om zijn gedrag te veranderen en belonen evenmin. Volgens zijn ouders denkt Levi alleen aan zichzelf en leeft hij zich niet in de gevoelens van de ander in. Beide ouders zijn blij als Levi niet thuis is. Op straat gedraagt Levi zich in het bijzijn van zijn zusjes zo onaangepast, dat zijn zusjes nergens meer met hem heen willen. De ouders zijn ten einde raad en roepen opnieuw hulp in. Gelukkig is Gerda nog beschikbaar als ambulant hulpgever en kan zij een vervolgtraject opstarten. Gedragsanalyse Hulpgever Gerda Gerda is bij aanvang van de hulpverlening 40 jaar oud en heeft jarenlange ervaring als ambulant hulpgever. Zij heeft de opleidingen Agogisch Werk en Sociaal Pedagogische Hulpverlening afgerond en heeft zich als ambulant hulpgever, dankzij werkbegeleiding van Carine Heijligers, geschoold in de methode Beweging-als-houvast. Later heeft ze via aanschuifonderwijs ook de cursus IMRO Beweging-als-houvast aan de Radboud Universiteit gevolgd en met succes afgerond. Voormeting Bij aanvang van de hulpverlening, op 10 januari 2012, is een bewegingsanalyse gemaakt van Levi in relatie met hulpgever Gerda, waarvan het schema te vinden is in Bijlage B. Het fragment duurt zes minuten, de analyse in het schema is een samenvatting van deze zes minuten. We onderzoeken welk interactiepatroon zichtbaar is door te observeren welke van de drie mogelijkheden voorkomen: a) een persoon is in staat om initiatief te nemen in het leggen van contact met een ander; b) een persoon is in staat om initiatief te nemen om uit contact te gaan met de ander; c) een persoon is in staat om een ander te volgen. Combinaties van deze drie mogelijkheden leiden tot interactiepatronen. Onderstaande beschrijving komt uit de eerste twee minuten van het fragment. Het beschreven interactiepatroon is een voorbeeld van wat in het totale fragment steeds opnieuw te zien is. Levi en Gerda zitten tegenover elkaar aan de keukentafel. Zij spelen het spelletje Halli Galli, waarbij zij tegelijkertijd een kaart moeten opgooien. In het midden, tussen hen in, staat een bel. Degene die als eerste op de bel slaat, als de kaarten dezelfde afbeeldingen vertonen, heeft gewonnen. Levi legt een kaart op tafel, vervolgens legt Gerda ook een kaart op tafel en slaat direct op de bel. Ze balt haar vuisten van plezier, buigt voorover naar de tafel en komt weer omhoog terwijl ze breed glimlachend en stralend Levi aankijkt. Levi lacht geluidloos, gooit met een hand zijn kaart naar Gerda en blijft Gerda met aangespannen lippen lachend aankijken. Hij beweegt de rest van zijn lichaam niet. Gerda kijkt hem aan en vraagt: ‘Gaat het goed?’ Levi knikt lichtjes met zijn hoofd, lacht zachtjes, slaat zijn ogen neer en pakt dan een nieuwe kaart om op te gooien. Gerda blijft hem nog steeds aankijken en gooit vervolgens ook een 3D

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw