Sonja Graafstal en Carine Heijligers

286 3D nieuwe kaart op. Een tijdje blijven ze om beurt kaarten opgooien, waarbij Levi in steeds hetzelfde ritme kaarten opgooit en naar de kaarten blijft kijken. Hij gaat verzitten en leunt met zijn hoofd op zijn arm. Gerda daarentegen kijkt afwisselend naar Levi en naar de kaarten. Dan legt Gerda haar arm onder haar hoofd op dezelfde manier als Levi doet. Na vijf seconden haalt ze haar hand weg en legt haar arm recht op tafel. Na vier seconden volgt Levi deze beweging en legt ook zijn hand op tafel. Dan wint Levi de pot en mag alle kaarten op tafel hebben. Gerda juicht luid JAAAAAA, roffelt op tafel, buigt naar voren en weer terug en kijkt Levi stralend aan. Levi glimlacht minimaal, verzamelt de kaarten en begint met een nieuwe beurt. Vanuit de bewegingsanalyse wordt duidelijk dat Levi en Gerda een bewegingspatroon hebben, waarbij de nadruk ligt op onderscheidend zijn van elkaar op alle bewegingskenmerken. Zo maakt Gerda geluiden als juichen, roffelen met haar handen op tafel. Levi doet dit niet. Bij Levi is spierspanning rondom de mond zichtbaar en bij Gerda niet. Gerda beweegt haar romp van voren naar achteren bij het opgooien van de kaart en gooit haar armen in de lucht wanneer ze wint. Levi beweegt alleen zijn arm bij het opgooien, de rest van zijn lijf beweegt niet, ook niet als hij wint. Ook wat snelheid betreft heeft Gerda meer variatie dan Levi. Zo wacht zij soms met het opgooien van haar kaart, terwijl Levi keer na keer met dezelfde snelheid zijn kaart opgooit. Een enkele keer zijn ze wel gezamenlijk in hun bewegingen, namelijk als ze tegelijkertijd naar elkaar kijken of naar het spel. Of als ze in dezelfde snelheid hun kaarten opgooien. Wat volggedrag betreft valt op dat Levi Gerda vrijwel nooit volgt. Hij volgt haar enthousiasme en emoties rondom het spel niet, zijn respons is hooguit een glimlach en een vluchtige blik naar Gerda. Ook volgt hij haar grote arm- en rompbewegingen of haar enthousiaste geluiden niet. Een enkele keer lijkt het erop dat Levi Gerda wel waarneemt en haar aankijkt als ze lang wacht met opgooien. Maar meestal blijft hij vooral gericht op het spel, zonder oogcontact te maken met Gerda. Zijn initiatieven zijn klein en gericht op het spel zoals bij het opgooien van een kaart en ze zijn gericht op zijn lichaamshouding, door te verzitten of zijn arm in een andere houding te leggen. Wanneer Gerda de beweging van Levi volgt, door, net als Levi, met haar arm haar hoofd te ondersteunen en vervolgens haar arm op tafel legt, dan volgt Levi haar beweging. Hij haalt, na Gerda, eveneens zijn arm onder zijn hoofd vandaan en legt zijn arm op tafel. Interpretatie volgens Beweging-als-houvast Uit bovenstaande analyse valt op dat er geen of weinig wederkerigheid is in de relatie tussen Gerda en Levi. Dit is te zien aan het ontbreken van volggedrag en de beperkte momenten van gezamenlijkheid. Gezamenlijkheid ontstaat alleen als Gerda haar tempo vertraagt en Levi haar aankijkt en wanneer ze aansluit bij zijn houding. Er is geen gezamenlijke en gedeelde emotie te zien, terwijl het spel uitnodigt tot hilariteit. Het interactiepatroon doet denken aan een ouder met een heel jonge baby.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw