Sonja Graafstal en Carine Heijligers

298 3D kinderen nu eenmaal groeisprongen maken. Uiteindelijk heeft Levi wel een periode fysiotherapie gehad om zijn motoriek te helpen ontwikkelen. De sociaalemotionele ontwikkeling van Levi verloopt ook moeizaam. Als hij naar de peuterspeelzaal wordt gebracht laat hij claimend gedrag zien en wil zijn ouders niet loslaten. Hij huilt veel en wil vooral bij zijn ouders zijn. Levi speelt minder dan zijn leeftijdsgenoten met andere kinderen. De GGZ heeft op verzoek van de ouders een onderzoek uitgevoerd. Daar kwamen op dat moment geen aanknopingspunten uit voor een eventuele hulpverlening. In groep twee van de lagere school krijgt Levi steeds meer moeite om afscheid te nemen van zijn ouders en om de klas in te gaan. Zijn moeder begint zich zorgen te maken en meldt haar zorgen bij de huisarts. Opnieuw wordt de GGZ ingeschakeld en wordt er enige tijd speltherapie aan Levi gegeven. Uiteindelijk is er een intelligentietest afgenomen en daaruit werd geconcludeerd dat Levi een licht verstandelijke beperking heeft en beter naar het speciaal onderwijs kan overstappen. Eenmaal op het speciaal onderwijs heeft Levi nogmaals groep twee gedaan zodat hij goed voorbereid naar groep drie kan. Hij blijkt dan ook goed te kunnen meedraaien met het lees- en rekenonderwijs in groep drie. In groep vier blijkt Levi opnieuw achter te lopen vergeleken met zijn medeleerlingen. Bovendien ontstaan er ook andere problemen: Levi wordt seksueel misbruikt door jongens uit zijn groep en via telefoontjes wordt hij bedreigd met geweld en dwingen zij hem om te gaan stelen. In eerste instantie weet niemand hier iets van en is alleen het moeilijke gedrag van Levi zichtbaar. Levi geeft een grote mond, wordt onzindelijk en spreekt niet meer. Uiteindelijk vertelt Levi het wel aan zijn ouders. Het misbruik en de bedreigingen zijn toen dankzij het ingrijpen van de ouders gestopt. Op basis van het probleemgedrag van Levi en de leerachterstand op school is MEE ingeschakeld en van daaruit ambulante hulpverlening van de GGZ. Het advies van de GGZ is om hulp te vragen bij een instelling die gespecialiseerd is in hulpverlening voor jongeren met een licht verstandelijke beperking en ernstig probleemgedrag. Levi is dan elf jaar oud. De ingezette ambulante hulp bestaat uit ouderbegeleiding, ontlasting van het gezin door met Levi spelletjes te gaan doen en samen te wandelen en te praten. Na een jaar stelt de ambulante hulpgever voor om Beweging-als-houvast in te gaan zetten en komt er een nieuwe begeleidster in het gezin die de opleiding voor deze methode heeft gedaan. Tijdens deze periode van de hulpverlening is het misbruik en de bedreiging van een aantal jaren ervoor kort aan bod gekomen. Er is alsnog met de ouders van de dader(s) gesproken. Verder is tegen Levi gezegd dat wat hem was overkomen nooit had mogen gebeuren. Levi is destijds in een andere klas geplaatst waar de betreffende jongens niet

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw