Sonja Graafstal en Carine Heijligers

311 ZACK - JOHN Samenvatting In deze casus staat de 16-jarige jongeman Zack centraal. In het dossier was sprake van de diagnoses matige verstandelijke beperking en autisme. Zack woont sinds 2010 in een kleine woongroep voor jongeren met een verstandelijke beperking woont. Zack wordt aangemeld voor hulpverlening met Beweging-als-houvast vanwege toenemende gedragsproblemen op de woongroep. Zack gedraagt zich verbaal en fysiek agressief, destructief en vertoont seksueel grensoverschrijdend gedrag. De aanvraag wordt gedaan vanuit het perspectief dat Zack ervaring krijgt in het hebben van prettige en plezierige contactmomenten met anderen, waardoor zijn kwaliteit van leven verbetert. Uit de analyse van de balans van gezamenlijkheid en onderscheid van Zack en de hulpgever, bleek dat de momenten van volgen en gezamenlijkheid vooral ontstonden op initiatief van de hulpgever. Daarnaast was er sprake van een grote mate van onderscheid tussen Zack en de hulpgever op vrijwel alle bewegingskenmerken. Het doel van de hulpverlening was het ontwikkelen van wederkerigheid. Dit vertaalde zich allereerst in het creëren van gezamenlijke momenten doordat de hulpgever het initiatief van Zack volgde. In tweede instantie werd gewerkt aan het ontwikkelen van volggedrag van Zack. Dit vertaalde zich in het maken van onderscheidende bewegingen door de hulpgever om, vanuit de basiservaring van gezamenlijkheid, volggedrag van Zack te ontwikkelen en wederkerigheid te laten ontstaan. De verwachting was, wanneer Zack het verschil tussen ik en jij zou herkennen en wederkerige interacties zou ervaren, dat ook het probleemgedrag zou afnemen. De beïnvloeding vond plaats via de bewegingskenmerken richting en snelheid. De variabelen die werden getoetst zijn kijkrichting en ‘bewegingsintensiteit’ gemeten met MEA (zie hoofdstuk 2c). Op basis van CRQA hebben we vastgesteld dat de hulpgever zich in het eerste jaar vooral heeft gericht op het volgen van Zack, zowel in bewegingsintensiteit als in kijkrichting. In het tweede jaar heeft de hulpgever zich meer gericht op onderscheidende bewegingen als gevolg waarvan beurtwisseling en wederkerigheid is ontstaan en is volggedrag en initiatief nemen meer in evenwicht gekomen. Deze ontwikkelingen hebben samen geleid tot het ontstaan van wederkerigheid in de relatie Zack en hulpgever. De verwachting dat het probleemgedrag zou afnemen is in deze periode van hulpverlening uitgekomen. Het seksueel grensoverschrijdend gedrag en de agressie richting personeel en andere bewoners zijn afgenomen. Het initiatief gericht op positief contact met de ander is in relatie met de hulpgever toegenomen. In de discussie reflecteren we op de waarde van de twee gebruikte variabelen. Zo geeft bewegingsintensiteit op een meer basaal niveau informatie over de interactie, terwijl 3E

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw