Sonja Graafstal en Carine Heijligers

316 3E toe te passen en door hun snelheid aan te passen. De ouder wisselt deze momenten af met de eigen snelheid en eigen houding. In de ontwikkeling van het zelf krijgt de baby de boodschap mee dat het eigen initiatief gezien, gehoord en gevolgd wordt en dat er verschil ervaren wordt tussen samen en alleen. Dat is ook de boodschap die we Zack mee willen geven, het stimuleren van zijn eigen beweging, die bevestigen door aan te sluiten en zo gezamenlijkheid te gaan creëren. Dit hulpverleningsplan lijkt misschien op het eerste gezicht in tegenstrijd te zijn met het aanpakken van de gedragsproblemen waarvoor Zack is aangemeld. Die gedragsproblemen hebben immers te maken met een veelheid aan eigen initiatief, maar dan in ongewenste zin. De aanpak is tot dan toe steeds geweest om ongewenste initiatieven af te breken, te stoppen of te negeren. De aanpak die wij voorstaan is om het eigen initiatief van Zack te stimuleren in een context van plezier en prettig contact. De verwachting is dat de beloning ligt in de verbinding, het ervaren van gezamenlijkheid. Dit zal de trekkracht worden voor het uitbouwen van positieve contacten, waardoor negatieve gedragingen niet meer nodig zijn. Beïnvloeding van de beweging De aanknopingspunten waarmee John aan het werk gaat is allereerst gezamenlijkheid veroorzaken wanneer dat mogelijk is. Bijvoorbeeld door op dezelfde manier te gaan zitten als Zack, of door zijn snelheid aan te passen aan de snelheid van Zack. Het is belangrijk dat John daarna weer een eigen houding en snelheid aanneemt, zodat Zack de kans krijgt om zichzelf en John waar te nemen71. Het tweede aanknopingspunt is om de eigen beweging van Zack te volgen en die te zien als een initiatief. Bijvoorbeeld door ook het hoofd te buigen en te vragen om gekriebeld te worden. Het belangrijkste kenmerk waar John mee gaat werken is richting. Hieronder vallen de kijkrichting en het onderwerp dat Zack aandraagt zoals hoofd kriebelen. Belangrijk is dat de context waarin John en Zack samen zijn en waarin initiatieven gevolgd worden, prettig en aangenaam is voor beiden. Dit is waar te nemen aan de uitnodiging die een van beiden naar de ander doet en waarna de ander op eigen initiatief het aanbod aanneemt. Resultaten In dit resultatendeel zullen we drie keer een gedragsanalyse presenteren om de voortgang nauwgezet te kunnen volgen en de hulpverlening bij te stellen of aan te passen. Na de derde gedragsanalyse presenteren we de kwantitatieve resultaten die over de hele periode van behandeling gaan: februari 2012 – mei 2013. 71 Zie hoofdstuk 1c en de uitleg volgens Stern (1985/2000) vanuit de theorie van de ontwikkeling van het Zelf.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw