Sonja Graafstal en Carine Heijligers

32 1A sense of movement’ niet bestaat (pp. 44). In veel tekstboeken worden slechts vijf6 zintuigen gemeld en wordt kinesthesie eenvoudig weggelaten of vergeten, terwijl we bewegend en voelend op de wereld komen dankzij onze voelende en kinesthetische lichamen. De metafoor van het standbeeld van Condillac is volgens Sheets-Johnstone daarom niet compleet. Natuurlijk, het standbeeld is dankzij de zintuigen zeker in staat om ervaringen op te doen, maar dit zijn nogal passieve ervaringen, afhankelijk van wat er op dat moment toevallig passeert. Het standbeeld staat stil op de plek, niet in staat om te bewegen of zelf op onderzoek uit te gaan. Beweging Kijken wij naar de mens, naar dieren, naar de natuur dan zien we dat beweging de mogelijkheid geeft tot exploreren, tot creëren, tot reageren. Dankzij het vermogen om te kunnen bewegen, is de natuur in staat om te reageren op haar omgeving. En dan hebben we het niet alleen over mensen. Ook planten zijn in staat tot responsiviteit door hun bladeren naar het zonlicht toe te bewegen. Of wat te denken van een kat die in staat is om boven op een muis te springen, of bacteriën die zich naar of van bepaalde chemicaliën af bewegen? Het vermogen van organismen om te reageren (to respond) is een universele en karakteristieke eigenschap van het leven, aldus SheetsJohnstone. Wat we bij alle vormen van levende organismen zien is beweging. Volgens haar is onze taak daarom niet het zoeken naar de plaats van de ziel, maar het bezielde zelf te onderzoeken. De zoektocht naar het begrijpen van het leven moet beginnen bij het fenomeen zelf, namelijk bij de beweging (pp. 47). Al bewegend komen we als baby op deze wereld en al bewegend ontdekken we onszelf, de ander en de wereld om ons heen. Bij bewegen gaat het om het ervaren en voelen van het eigen lichaam. Zintuigen zoals horen, zien en voelen geven informatie over de omgeving, dat wat buiten onszelf is, objecten. Proprioceptie is de lichamelijke informatie (feedback) die we krijgen over dat wat binnen onszelf gebeurt tijdens het bewegen. Wat de stand van ons eigen lichaam is, onze eigen spieren, wat ons vermogen is om al dan niet effectief te kunnen reageren. Kinesthesie onderscheidt zich daarom van de andere zintuigen, want we kunnen kinesthesie alleen vergelijken met kinesthesie. Een object onderzoeken kan op verschillende manieren: we kunnen het van dichtbij of veraf bekijken, we kunnen het oppakken, voelen, besnuffelen. Telkens staat het object centraal. Maar een beweging herhalen is bijna onmogelijk. Elke beweging is subtiel en uniek. Er is niets dat we kunnen oppakken, bekijken of voelen. Er is geen object, er is alleen ons lichaam. Kinesthetische kwaliteit is om die reden procesgericht en niet objectgericht. Het is ons basis perceptueel orgaan voor tijd en ruimte (pp. 113). 6 Er bestaan verschillende meningen over wat er wel en niet onder zintuigen moet worden verstaan en ook over de indeling van het soort zintuigen wordt niet eensluidend gedacht. In hoofdstuk 1e komen we op deze discussie terug en bespreken we aantal indelingen en typen zintuigen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw