34 1A Maar dit betreft niet alleen sporters, het geldt voor alle levende organismen. Het kennen van het eigen lichaam en de bewegingen is daardoor op de meest fundamentele manier een dimensie van bewustzijn (pp. 51, 67). Dit lichamelijk bewustzijn heeft de mogelijkheid om zich te ontwikkelen tot een gewaarzijn vanzelf, waarop affectiviteit en cognitie kunnen voortborduren. We zullen deze begrippen nog uitdiepen, zowel in de komende paragraaf bij het concept ‘Zelfbegrip’, als in hoofdstuk 1c bij de bespreking van de ontwikkeling van het ‘zelf’ aan de hand van Stern (1985/2000). Beweging, het hart van het leven Beweging is het hart van het leven, de natuur. Het kan niet verder verklaard worden, net zomin als men kan verklaren waarom er iets is en niet niets. Dit betekent niet dat we beweging moeten zien als ‘een gegeven feit’, want dan staan we er niet langer bij stil. Volgens Sheets-Johnstone is dat de huidige stand van zaken in de Westerse wereld. We reflecteren er niet meer op. Beweging in het alledaagse leven wordt genegeerd. Het is de bedoeling juist wel stil te staan bij beweging en je erover te verwonderen (pp. 96, 97). Dit brengt ons bij het doel van deze studie. We hopen dat de lezer zich zal verwonderen over de schoonheid van bewegen, de kwaliteit van bewegingen, de rol van bewegen in de menselijke ontwikkeling, om vandaar uit te komen tot beïnvloeding van de beweging en de hulp aan mensen die vastgelopen zijn in hun ontwikkeling. Dat is ons einddoel, alsmede ons begin en het bepaalt ons handelen in het heden. Relatie “Every child needs at least one adult who is irrationally crazy about him or her”. Bronfenbrenner in Brendtro (2006, pp. 163) Binnen het vakgebied van de Pedagogische Wetenschappen kunnen we niet om het begrip pedagogiek of het beroep van orthopedagoog heen. Pedagogiek gaat over opvoedkunde en een orthopedagoog is iemand die zich bezighoudt met problematische opvoedingssituaties en kinderen met problematisch gedrag. De verleiding is groot dat we door het gebruik van de woorden ‘probleemgedrag’ of ‘problematisch’ onze aandacht richten op het kind met het probleemgedrag of het kind dat zich in een problematische opvoedingssituatie bevindt. Het kind is dan het middelpunt en dat vertaalt zich in politieke slogans zoals ‘een kind, een plan’. Alsof het kind een geïsoleerd persoon is, dat op zichzelf in deze wereld staat. De jongeren echter die centraal staan in onze studie, horen bij iemand. Ze zijn kind van hun ouders, ze horen bij een familie, gezin, ze hebben een geschiedenis, een verleden en ze dromen van een toekomst. Ze maken deel uit van een groter geheel, ze zijn onderdeel van een heel netwerk. Ze zijn deel van al die momenten uit het verleden die hebben geleid tot dit heden, het moment waarop wij de jongeren ontmoeten. Willen we dus de jongere leren kennen, dan is het belangrijk dit grotere geheel in acht te nemen.
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw