Sonja Graafstal en Carine Heijligers

352 3F Veerle opnieuw de dominante partner en is Yara wat meer teruggetrokken. Dit is de eerste ontmoeting na de zomervakantie waarin zij elkaar drie maanden niet gezien hebben. Afbeelding 3f.7 De Proportie Sterke Initiatieven tijdens de Gesprekken van Veerle en Yara gebaseerd op de IR-Coëfficiënten van de Linell Methode Discussie Conclusie Het doel bij aanvang van dit hulpverleningstraject was dat Yara in contact met anderen net zo gemakkelijk zou gaan praten als thuis. De ‘gebruikelijke’ manier die op school en met leeftijdgenootjes gebezigd werd, was voor Yara te veel op allerlei gebied. Er werd te snel een antwoord verwacht, het geluid was te hard, bewegingen waren te groot en de nabijheid die geboden werd, was over een te grote afstand. Daardoor was er vooral onderscheid in de manier van communiceren tussen Yara en de mensen op school en de naschoolse dagbehandeling. Waar Yara behoefte aan had was een manier van interacteren zoals die past bij een jonge peuter: met zachte stem praten, dichtbij elkaar, veel glimlachen, lange pauzes tussen de zinnen en klein bewegen. Haar kalenderleeftijd ging haar steeds meer parten spelen, aangezien de omgeving een impliciete norm heeft hoe met een 10-jarige te communiceren. De hulpvraag werd geoperationaliseerd door Yara vertrouwd te maken met variaties van communiceren en daar niet langer van te schrikken. Hulpgever Veerle is gaan werken aan het inzetten van onderscheid in de relatie tussen haar en Yara. Zo reageerde Veerle soms wat meer direct en met een groter volume dan gebruikelijk. Veerle zei bijvoorbeeld als ze buiten liepen en Yara trager was dan Veerle: ‘Schiet eens op, we zijn er nog niet’. Dit soort interventies herhaalde Veerle maximaal drie keer per sessie. Direct na elk moment van onderscheid, keerde Veerle terug naar de vertrouwde en

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw