Sonja Graafstal en Carine Heijligers

375 RENS - EMMA Afbeelding 3g.4 Volgen en Leiden gebaseerd op CRQA van ‘Kijkrichting Ander’ Noot. De afstand tot de nullijn is de tijd in seconden waarop de ene persoon de ander volgt in kijkrichting naar elkaar. Een positieve afstand tot de nullijn betekent dat hulpvrager Rens leidt en hulpgever Emma de kijkrichting van Rens volgt en een negatieve afstand betekent dat hulpgever Emma leidt en Rens haar kijkrichting volgt. Discussie Conclusie Het doel bij aanvang van dit hulpverleningstraject was het laten ontstaan van wederkerigheid en plezierige interacties tussen Rens en hulpgever Emma. Dit werd geoperationaliseerd door het vermogen van Rens te ontwikkelen om zelf het contact met de ander te initiëren, te volgen of te beëindigen. Uit de CRQA-analyses is gebleken dat hulpgever Emma een patroon gevolgd heeft waarin zij in de eerste ontmoetingen Rens gevolgd heeft in zijn bewegingsintensiteit. Vervolgens is Emma haar volggedrag gaan afwisselen met onderscheidend zijn van Rens in bewegingsintensiteit. Ze behield het gezamenlijk ritme, maar verlaagde de intensiteit van de beweging. Dit leidde tot een dynamisch patroon van volgen en gevolgd worden van beiden personen. Aan het eind van het hulpverleningstraject is te zien dat er een nieuw evenwicht ontstaan is in de coördinatie van het tweetal. De bewegingsintensiteit zegt iets over de onderliggende dynamiek van de dyade als systeem. Het is de meest basale manier van verbinding maken en van synchronie, hetgeen we ook zien in de vroege ouder-baby interacties (Feldman, 2007a; 2007b). De afwisseling tussen eerst volgen en dan een onderscheidend ritme innemen, leidt tot een gewaarzijn van zichzelf en de ander (Stern, 1985/2000). Dit patroon heeft hulpgever Emma toegepast in relatie tot Rens, die sociaal-emotioneel gezien functioneerde op het niveau van een jonge baby. 3G

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw