Sonja Graafstal en Carine Heijligers

382 3G Bijlage C. Bewegingsschema juni 2011 Gezamenlijk Onderscheidend Volgen/Leiden RICHTING: fysieke richting onderwerp: verbaal activiteit tijd/plaats Fysiek: Op momenten zijn hoofd en romp naar elkaar gericht. Onderwerp: door de ruimte lopen. Tijdschaal: in het nu. Fysiek: Hulpgever Emma en Rens hebben ook op momenten een andere hoofd- en romprichting. Emma zit op de bank en kijkt hoe Rens door de ruimte heen en weer loopt. Rens loopt naar haar toe en steekt zijn arm uit. Emma staat op en loopt met Rens mee door de ruimte. Emma volgt Rens. SNELHEID Emma en Rens lopen even snel door de ruimte. Emma loopt soms sneller en soms langzamer dan Rens. Rens en Emma lopen even snel van voor naar achter door de ruimte. Dan gaat Emma zitten. Vervolgens loopt Rens door in dezelfde snelheid. Dan vertraagt Rens zijn snelheid, reikt Emma zijn hand, waarna ze samen even snel door de ruimte lopen. Beiden volgen elkaar. AFSTAND ruimtelijke positie afstand overbruggen bewegingen ten opzichte van het eigen lichaam Beiden lopen door de ruimte en overbruggen dezelfde afstand. De afstand tot elkaar wisselt van dichtbij tot verder van elkaar af. Emma zit op de bank. Rens loopt naar haar toe en steekt zijn arm uit. Vervolgens staat Emma op en loopt samen met Rens door de ruimte. Emma volgt Rens in ruimtelijke positie en in afstand overbruggen. SPIERSPANNING Geen Rens laat in zijn hele lijf een hogere spierspanning zien dan Emma. Rens loopt op zijn tenen door de ruimte met gebogen armen en met de handen in de lucht. Emma loopt door de ruimte met een lagere spierspanning dan Rens. Zij houdt haar armen niet in de lucht. Beiden volgen elkaar niet. GELUID Beiden zijn bij momenten stil. Rens maakt geluid tijdens het lopen, Emma maakt geen geluid. Rens lacht tijdens het lopen, Emma glimlacht en maakt geen geluid. Emma volgt Rens niet in het maken van geluid, maar wel in lachen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw