Sonja Graafstal en Carine Heijligers

393 FLOYD - ANOUSKA/RAISA lengte van alle diagonale lijnen. Het betreft de gemiddelde duur waarin een dyade zich volgens eenzelfde patroon herhaalt. Voor een verdere uitleg van de betekenis van deze parameters wordt verwezen naar hoofdstuk 2c. In de Afbeeldingen 3h.1 - 3h.3 zijn de patronen weergegeven van de intensiteit van bewegen tussen hulpgever Anouska en Floyd. Allereerst valt op dat in alle afbeeldingen bij het derde meetmoment een verandering in het patroon zichtbaar wordt, hoewel dit officieel nog in de baselineperiode valt. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat Anouska op basis van de theorie en de hoorcolleges haar gedrag en bewegingspatroon al is gaan aanpassen, nog voordat zij als gevolg van supervisie feedback en advies heeft gekregen79. In Afbeelding 3h.1 te zien dat de coördinatie (determinisme) tussen hen beiden afneemt na meetmoment 4. Dit betekent dat het patroon tussen hulpvrager Floyd en Anouska minder voorspelbaar wordt. Dit komt overeen met een geleidelijke daling van het percentage waarop de beweging van de ene persoon door de ander wordt gevolgd (laminarity). Afbeelding 3h.1 Patronen van Determinisme en Laminarity gebaseerd op Proportie Recurrente Punten van de MEA-tijdseries van Zes Meetmomenten In Afbeelding 3h.2 is de gemiddelde duur van het volggedrag weergegeven en in Afbeelding 3h.3 de maximale duur van het volggedrag. Uit beide Afbeeldingen wordt 79 Anouska was niet de enige student waarbij we zagen dat zij op basis van de hoorcolleges ging oefenen met het aanpassen van haar eigen bewegingen. Om te voorkomen dat door deze aanpassing een ongewenst patroon zou ontstaan, wat in de interventieperiode zou moeten worden bijgesteld, hebben we op basis van deze uitkomsten besloten om voortaan vanaf het eerste contactmoment studenten te begeleiden in de aanpassing van de eigen bewegingen en is de baselineperiode afgeschaft. 3H

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw