Sonja Graafstal en Carine Heijligers

413 FLOYD - ANOUSKA/RAISA De kwalitatieve en kwantitatieve resultaten laten eensluidend zien dat het volggedrag van hulpvrager Floyd niet is toegenomen. Ook is duidelijk geworden dat hulpgever Raisa de interventie niet volgens plan heeft uitgevoerd. Sterker nog Raisa is ‘meegenomen’ in de intensiteit van Floyd waardoor het interactiepatroon zich in negatieve zin ontwikkelde en de hulpverlening voortijdig beëindigd moest worden. Een toelichting hierop is te vinden in Bijlage E. Discussie Het doel om deze casus op te nemen in ons proefschrift is omdat het op fraaie wijze illustreert dat hoewel Floyd de hulpvrager is in deze casus, de hulpgever cruciaal is in het wel of niet op gang brengen van een gedragsverandering bij de hulpvrager. Het lukte Anouska wel om met Floyd wederkerig contact op te bouwen, terwijl de hulpverlening met Raisa voortijdig gestopt is, vanwege toenemend agressief gedrag van Floyd. Het kan verleidelijk zijn om de bal bij Floyd neer te leggen: ‘zie je wel wat een lastig kind’, of bij Raisa: ‘ze is geen geschikte hulpgever’. Dat is echter geenszins de bedoeling. Het is Raisa om wat voor reden dan ook niet gelukt om zich aan het hulpverleningsplan te houden. Daar kunnen allerlei redenen voor zijn. Een van de redenen kan zijn dat het haar in de gegeven tijd niet lukte om te begrijpen wat er bedoeld werd met de bewegingen van Floyd volgen, iets wat haar wel lukte in het contact met een baby, dat zij hierna gevolgd heeft. Wat we in dit hoofdstuk willen benadrukken is dat elke ‘hulpgever– hulpvrager relatie’ uniek is. Wat bij de ene hulpgever werkt, hoeft voor de ander niet te gelden. Daarnaast laten we zien, dat deze manier van werken niet voor iedereen vanzelfsprekend een passende methode is. Het vraagt van de ene hulpgever soms meer dan in diens vermogen ligt om het eigen bewegingspatroon passend te maken bij dat van de hulpvrager. Het aanpassen van het eigen bewegingspatroon is een proces dat tijd kost en dat de een gemakkelijker afgaat dan de ander. Anouska kon dit, terwijl het voor Raisa erg moeilijk bleek te zijn. Dit wil niet zeggen dat Raisa het nooit zou kunnen leren. Het probleem in de interactie met Floyd was dat verbale instructies en sturing averechts werkten en agressief gedrag opriepen waardoor het risico van escalatie groeide. Dit maakte de oefenruimte voor Raisa beperkt. Deze casus maakt pijnlijk duidelijk hoe belangrijk het is om hulpverleningstrajecten altijd met regelmaat te volgen en te bespreken in supervisie of intervisie, om te voorkomen dat ze ontsporen en de ontwikkeling een kant op gaat die voor beiden ongewenst is. Deze casus kan de vraag oproepen of het ethisch wel verantwoord is om hulpvragers ‘bloot’ te stellen aan studenten die een methode aan het leren zijn, professionals in 3H

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw