Sonja Graafstal en Carine Heijligers

427 DE ZEVENSTER Samenvatting De Zevenster is een naschoolse dagbehandeling voor jongeren tussen de zeven en achttien jaar met een licht verstandelijke beperking. De redenen van aanmelding bij De Zevenster houden verband met opvoedkundige problemen in de thuissituatie. Het doel van opname bij De Zevenster is het vergroten van de sociale vaardigheden bij jongeren in de omgang met anderen en het versterken van wederkerig contact. Op De Zevenster vindt hulpverlening plaats op basis van Beweging-als-houvast. Dit vertaalt zich enerzijds in individuele hulpverlening en anderzijds door in kleine groepjes onder leiding van een hulpgever te werken aan wederkerige vaardigheden zoals op je beurt wachten en samenwerken. In deze casus vond groepsbehandeling plaats met drie jongeren in de leeftijd van 12 en 14 jaar, Bart, Noortje en Vanessa en hun hulpgever Irma. De jongeren hadden problemen in de sociale omgang met anderen. Dit uitte zich in moeite hebben met samenspelen, naar elkaar luisteren, wachten op hun beurt en interesse tonen in de ander. Het doel van de hulpverlening was het ontwikkelen van wederkerigheid tijdens het spelen van een gezamenlijk spel. Dit betekende dat hulpgever Irma zich tijdens het spel beurtelings richtte op het ontwikkelen van gezamenlijkheid met iedere jongere apart. De verwachting was dat wanneer een jongere in het contact met hulpgever Irma de structuur van volgen en initiatief nemen ging herkennen en toepassen, de jongere meer oog zou krijgen voor de ander, beter op diens beurt kon wachten en onderlinge interacties meer plezierig en wederkerig zouden worden. Daarnaast was de verwachting dat ook in de thuissituatie de onderlinge relaties met gezinsleden zouden verbeteren. De beïnvloeding vond plaats doordat hulpgever Irma in het contact met iedere jongere afzonderlijk een bewegingskenmerk centraal zette en daarmee gezamenlijkheid creëerde. In de relatie met Noortje richtte Irma zich op gezamenlijkheid met bewegingskenmerk snelheid, in relatie met Vanessa op gezamenlijkheid in gespreksonderwerp (bewegingskenmerk richting) en in relatie met Bart op gezamenlijkheid in bewegingskenmerk afstand. Deze unieke interacties vonden gedurende negen maanden twee keer per week plaats tijdens gezamenlijke spelmomenten waarbij Irma met iedere jongere om beurten interacteerde. Vanwege de ontoereikendheid van middelen en materiaal konden er geen analyses gedaan worden met CRQA en is er gekozen voor beschrijvende uitkomsten. Op basis van descriptieve resultaten gebaseerd op filmmateriaal hebben we vastgesteld dat de jongeren aan het eind van dit traject een gezamenlijk spel konden spelen, waarbij ieder een eigen rol had in het spel en iedereen aandacht had voor het gezamenlijk spel en voor elkaar. Op basis van eerdere uitspraken van de ouders werden twee jaar na 3I

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw