Sonja Graafstal en Carine Heijligers

435 DE ZEVENSTER afbouwen. Moeder is heel blij met de hulpverlening en wil het liefst doorgaan met deze vorm van hulpverlening in het gezin, zodat de omgang met elkaar nog meer verbetert. Moeder over zoon Bart Voorafgaan aan de hulpverlening Het gedrag van Bart werd sterk bepaald door een beperkte ego-ontwikkeling. Hij praatte over zichzelf in de derde persoon: Bart gaat naar bed, Bart gaat nog niet slapen. Hij gebruikte geen woorden zoals ‘ik en jij’. Hij kon ook moeilijk zelf verwoorden wat hem dwars zat. Hij werd boos als zijn ouders geen spelletje met hem wilden doen of als zij zijn verhalen niet meteen begrepen. Hij was erg gehecht aan vaste routines, regels en afspraken. Met spontane veranderingen van het dagelijkse patroon kon Bart moeilijk omgaan. Na de hulpverlening Moeder vertelt dat Bart de structuur van de beurtwisseling begrijpt en in tal van situaties kan toepassen. Op school wacht hij netjes op zijn beurt en luistert naar de andere kinderen. Hij is leergierig en doet zijn best waardoor zijn resultaten verbeterd zijn. Ook de leerkracht ziet de verandering en laat weten dat Bart zichzelf goed kan redden in de klas. Moeder is blij dat ze nu als gezin leuke activiteiten kunnen ondernemen zoals samen een spelletje doen. Moeder begrijpt Bart ook beter en Bart begrijpt moeder beter. Dit geeft rust in het gezin. Bart kan nu beter aangeven hoe het met hem gaat en hij kan verwoorden wat er in hem omgaat. Ook verdraagt hij een spontane ingeving van moeder om iets te gaan ondernemen. Kortom de relatie tussen moeder en Bart is sterk verbeterd dankzij de hulpverlening. Discussie Conclusie Het doel van de hulpverlening was het ontwikkelen van wederkerigheid van alle drie de jongeren uit ‘het groepje’ om hun sociale vaardigheden te vergroten. Hulpgever Irma heeft hieraan gewerkt door met iedere jongere een uniek interactiepatroon op te bouwen, gebaseerd op een algemeen geldend principe. In alle gevallen was het patroon dat Irma bij een bewegingskenmerk aansloot om daarmee gezamenlijkheid bij die jongere te creëren. Vervolgens maakte ze tijdens het contact onderscheid tussen zichzelf en de jongere: jij tekent dit en ik teken dat. Op deze manier maakte ze om de beurt contact met iedere jongere en reageerde niet op alle opmerkingen die tussendoor gemaakt werden door de andere twee. Ze kwamen vanzelf weer aan de beurt. 3I

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw