Sonja Graafstal en Carine Heijligers

444 4A en desintegratie. Desintegratie is het uiteenvallen in losse elementen terwijl integratie gericht is op groei, samenvoegen en aan elkaar verbinden82. Het gedachtengoed van Verhaeghe kan ons helpen om de twee eindstations, verbinding en autonomie, te zien als tegengestelde en universele krachten die tijdens ons leven aan het werk zijn en ons dan wel naar de ene kant, dan wel naar de andere kant trekken. Het ene moment is de aantrekkingskracht van verbinding zoeken het sterkst, op een ander moment is dat de behoefte aan autonomie83. Zo kan de ene mens van nature meer geneigd zijn de kant van de verbinding te kiezen, terwijl een ander zich prettiger voelt bij een meer autonome positie. Voor een gezonde balans dienen echter beide eindstations regelmatig bezocht te worden. We zullen bij de empirische bespreking van de casussen zien dat het probleemgedrag of de hulpvraag terug te voeren is naar een eenzijdige aantrekkingskracht in de richting van een van beide eindstations. De aantrekkingskracht van beide polen en de weerstand die de eindstations ook kunnen oproepen zetten het individu in beweging. Er ontstaat een heen en weer gaande beweging, ook een oscillatie, tussen de twee polen die zichtbaar is in ieder mens en in iedere relatie. Deze heen en weer gaande bewegingen vormen het aangrijpingspunt van onze methode. Hier vindt de naam ‘Beweging-als-houvast’ zijn oorsprong. Volgen en leiden De tweede weg die geleid heeft tot het formuleren van het doel ‘wederkerigheid ontwikkelen’ is te danken aan de vele pioniers op het gebied van de ouder-kind interacties. In hoofdstuk 1c bespraken we onder andere het werk van Trevarthen, Meltzoff, Condon en Feldman. Wat deze pioniers ontdekten in de ouder-kind interacties is dat wederkerigheid in aanleg mogelijk is vanaf de geboorte. Uit hun onderzoeken blijkt dat baby en ouder allebei een inbreng hebben in hun communicatie. Deze communicatie is gericht op onderlinge bewegingen en de kenmerken van een beweging, zoals snelheid, intensiteit, vorm en richting (zie ook Stern, 2010). Zo volgt de ouder bijvoorbeeld het initiatief van de baby wanneer de baby naar een voorwerp kijkt en ontstaat er een gezamenlijke kijkrichting. Wanneer de baby een onderscheidende kijkrichting heeft van de ouder kan de ouder de baby ook verleiden tot elkaar aankijken door gebruik te maken van de stem. De baby wendt het hoofd en de kijkrichting richting het geluid waardoor er vanuit een onderscheidende kijkrichting gezamenlijkheid ontstaat. Beide partners zijn in staat om elkaar te volgen of een initiatief te nemen. 82 Verhaege doelt hier op de tweede wet van thermodynamica die ervoor zorgt dat energie gelijkmatig wordt verdeeld over de omgeving, hetgeen betekent dat alles (op den duur) uiteenvalt en desintegreert. De tegengestelde kracht is die van organismen die zich verzetten tegen desintegratie en juist gericht zijn op verbinden en samenvoegen om zo te kunnen groeien. 83 We hebben in hoofdstuk 1d uitgelegd hoe we, dankzij bestaande kennis over synchronie, de begrippen verbinding en autonomie konden transformeren naar de begrippen gezamenlijkheid en onderscheid om ze daarmee breder toepasbaar te maken voor onze methode.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw