Sonja Graafstal en Carine Heijligers

451 THEORETISCHE BESCHOUWING de weerstand die het systeem heeft tegen verandering’. Het aanbieden van variaties op bestaande patronen is de ‘opschudding’ die nodig is om uit de attractor te komen, zoals hierboven beschreven. Om nog even in herinnering te roepen, de attractor of het patroon waar Beweging-als-houvast zich op richt is een interactiepatroon. Een patroon dat een variatie is op de genoemde basisregels: a) een persoon is in staat tot het leggen van contact met een ander; b) een persoon is in staat om uit contact met de ander te gaan; c) een persoon is in staat om een ander te volgen. Een stabiele attractor die gevormd is in relatie met anderen kan gedomineerd worden door de regel ‘uit contact’ gaan of door de regel ‘niet volgen’. Elke variatie is mogelijk op basis van deze drie regels. Dankzij het nomothetisch principe dat systemen gekoppeld kunnen worden en elkaar kunnen beïnvloeden is het mogelijk om variaties op het bestaande thema aan te brengen en nieuwe interactiepatronen (attractors) te laten emergeren. Verandering en stabiliteit worden mede bepaald door de feedback in het systeem. In een complex systeem worden twee soorten feedback onderscheiden: positieve en negatieve feedback. Negatieve feedback helpt om de stabiliteit van een systeem te begrijpen, positieve feedback gaat over de veranderingen en groei van een systeem (Hudson, 1999). Onder negatieve feedback wordt verstaan dat afwijkingen van het bestaande gedrag86 gecompenseerd worden zodat er teruggegaan wordt naar het oorspronkelijke evenwicht. Het is het uitdoven van gedrag. Dit kan gebeuren als de hulpverlening te kort heeft geduurd of niet de benodigde aantrekkingskracht heeft. Er is nog geen nieuwe attractor gevormd, er is nog geen nieuw of bestendig patroon. Het systeem keert terug naar de vertrouwde positie. Negatieve feedback kan daarnaast ook beschermend werken wanneer ongewenste afwijkingen van het bestaande gedrag zich voordoen, zoals bij een jong kind dat ongewenst gedrag even uitprobeert om de reactie van de ouder te onderzoeken, hiervan schrikt en zich vervolgens weer braaf gedraagt. Onder positieve feedback verstaan we het zelfversterkende van het gedrag. Een actie waarvan de uitkomst zich een volgende keer herhaalt. In zo’n geval zien we bijvoorbeeld dat een prettige en plezierige interactie tussen een hulpvrager en hulpgever kan leiden tot een herhaling van het gedrag waardoor het zichzelf versterkt. De deviante vorm is eveneens denkbaar, wanneer ongewenst gedrag versterkt wordt door de kennelijke beloning die aan deze uitkomst verbonden is. De woorden ‘positief’ en ‘negatief’ hebben hier dus geen normatieve waarden in de zin van ‘goed’ of ‘fout’. 86 Een ‘afwijking van bestaand gedrag’ kan in termen van hulpverlening ook verstaan worden als het begin van nieuw gedrag. 4A

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw