Sonja Graafstal en Carine Heijligers

463 EMPIRISCHE BESCHOUWING Rens-Emma In de casus van Rens en Emma (hoofdstuk 3g) lag het probleem van wederkerigheid in de relatie tussen de 28-jarige Rens en beroepsopvoeders die niet wisten hoe ze contact moesten maken met hem. Het interactiepatroon dat zichtbaar werd in het eerste contact tussen Rens en Emma was vergelijkbaar met die van een ouder en een heel jonge baby. Het volggedrag van Rens kwam voort uit ‘meebewogen zijn’. Het doel werd: toewerken naar intentioneel gedrag, contact maken vanuit een eigen initiatief en contact afsluiten vanuit een eigen initiatief. Na vier maanden is er een begin gemaakt met wederkerig contact. Het interactiepatroon dat ontstaan is kon vergeleken worden met dat van een ouder en een peuter. Er was plezier ontstaan in samen lachen en lopen. Rens kon zowel de bewegingen van Emma volgen, alsook zijn eigen beweging aanhouden. En hij toonde initiatief in contact maken. Floyd-Anouska/Raisa In de casus van Floyd (hoofdstuk 3h) zagen we twee hulpgevers aan het werk met de 12-jarige Floyd die in zijn patroon vooral initiatieven liet zien die niet passend bij zijn leeftijd waren en meer weg hadden van een 2,5-jarige, die ook zonder rekening met anderen te houden overal op af kan gaan. De problemen met wederkerigheid hadden te maken met het interactiepatroon van Floyd en de hulpgevers. Dit werd gedomineerd door korte en vluchtige momenten van gezamenlijkheid, waarbij Floyd veel initiatief nam om uit contact te gaan en hij veelal onderscheidend was. Initiatief om contact te maken was zichtbaar wanneer Floyd een vraag had, hij fysiek en hardhandig contact maakte of wanneer de hulpgever iets interessants vertelde waar hij bij aan kon sluiten. Het doel werd werken aan volggedrag. Dit was zichtbaar op de momenten wanneer de hulpgever eerst bij Floyd aansloot en vervolgens met een interessant eigen initiatief kwam. Na vijf maanden was er een duidelijke vooruitgang te zien in het interactiepatroon tussen Floyd en hulpgever Anouska. De vluchtigheid in kijkrichting was afgenomen, de aandachtsspanne was gegroeid, hij nam Anouska beter waar en ervoer dat er grenzen waren en dat sommige acties voor de ander niet leuk zijn. In het vervolgtraject met hulpgever Raisa werd deze ontwikkeling niet voortgezet. Het lukte Raisa niet om eerst aan te sluiten bij de grote en intense bewegingen van Floyd om zo gezamenlijkheid te creëren en hem dan mee te nemen naar een onderscheidende beweging om op die manier volggedrag te ontlokken. Hun interactiepatroon bestond vooral uit onderscheidende momenten. Het traject is voortijdig afgebroken omdat er een patroon dreigde te ontstaan waarin Raisa de heftigheid van Floyd ging volgen zonder dat er volggedrag van Floyd ontstond. Dit was precies het patroon dat ook voorkwam in relaties met andere hulpgevers. Het verder ontwikkelen van wederkerigheid is helaas gestopt. De Zevenster In de casus van de Zevenster (hoofdstuk 3i) werd een groepsaanpak besproken met drie jongeren in de leeftijd tussen 12 – 14 jaar die allemaal problemen hadden met 4B

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw