Sonja Graafstal en Carine Heijligers

484 4C beeld. Al deze omstandigheden konden het coderen van de bewegingen bemoeilijken, maar niet zodanig dat de opnames onbruikbaar werden. Een voordeel van onze observatietechniek is namelijk dat er niet noodzakelijk gedurende een langere tijd gecodeerd hoeft te worden om een beeld van de interactie te krijgen. Bij toekomstig onderzoek is het wel aan te bevelen om voor een meer gecontroleerde observatie-opzet te kiezen met professionele opnames. Er moet dan wel voor gewaakt worden dat de natuurlijke of spontane interactie tussen hulpgever en hulpvrager niet ingeperkt wordt. In sommige gevallen was het handig geweest om bewegingsapparatuur, zoals actimeters te gebruiken. De beelden die nu voorhanden waren bestonden uit de bewegingen van de deelnemers die handmatig gescoord moesten worden. Niet alleen is dit foutgevoelig, het is ook erg arbeidsintensief. Het gebruik van Wii balance boards bij Menno en Joram heeft laten zien dat de automatische registratie van de bewegingen uitstekende informatie oplevert over de synchroniciteit en het leiden en volgen van de interactiepartners. Aan het begin van het onderzoek beschikten we nog niet over de software van Motion Energy Analysis (MEA) en waren we aangewezen op het handmatig coderen van gekoppelde bewegingen. Niet alleen is handmatig coderen arbeidsintensief, het is bovendien in tegenstelling tot MEA afhankelijk van het intersubjectieve oordeel. Kansen Er zijn op drie aspecten van onderzoek belangrijke ontwikkelingen gaande die het soort onderzoek waarover hier is gerapporteerd kunnen bevorderen. Ten eerste neemt de ontwikkeling van handzame meetapparatuur een grote vlucht. Inmiddels bestaan er apparaten die vrijwel onmerkbaar en onzichtbaar langdurige metingen kunnen doen waardoor gedragingen over de tijd in kaart kunnen worden gebracht zonder dat deze interfereren met het natuurlijke gedrag. Het betreft apparatuur voor metingen van hartslag, beweging (actimeters), ademhaling, huidweerstand, slaap-waak ritme, etc. Daarnaast staat de ontwikkeling van digitale software voor het meten van bewegingen evenmin stil. Zo maakt het programma Motion Energy Analysis (MEA) het mogelijk om veranderingen in bewegingen objectief vast te stellen; er is geen beoordeling van een waarnemer nodig om bewegingsverandering vast te stellen. Bovendien doet deze vorm van meten geen enkele inbreuk op het gedrag van de deelnemers tijdens een interactie. Ten slotte beschikken we naast nieuwe hard- en software over steeds geavanceerder analysetechnieken. Behalve de hier gebruikte (C)RQA zijn ook zogenaamde fluctuatieanalysetechnieken voor continue data en netwerkanalyses beschikbaar die de dynamiek

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw