Sonja Graafstal en Carine Heijligers

496 5A De DSM en het gebruik ervan is niet onomstreden. Wij zullen eerst ingaan op de definitie van een stoornis volgens de DSM-5 (vijfde editie van het handboek; American Psychiatric Association, 2013) en daarna de discussie over het onderscheid tussen diagnose en classificatie bespreken. Vervolgens bespreken we onze visie op psychiatrische stoornissen en de relatie met Beweging-als-houvast. Hoewel DSM-classificaties geen handelingsperspectief bieden, is het wel mogelijk om een relatie te leggen tussen een diagnose op basis van de DSM-5 en de diagnose die de bewegingsanalyse van Bewegingals-houvast biedt. Diagnose en classificatie In Nederland en de meeste westerse landen wordt de DSM-5 (American Psychiatric Association, 2013) gebruikt om de geestelijke of mentale problemen van mensen in kaart te brengen. De Nederlandse vertaling van de DSM-5 verscheen in 2014 onder de titel ‘Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen’. Het handboek beschrijft alle erkende psychische stoornissen ondergebracht in een categorisatiesysteem. Met dit systeem kunnen symptomen van hulpvragers worden geclassificeerd. Ook in de casussen die besproken zijn, hebben de hulpvragers een officiële DSM-classificatie. Een psychische stoornis is volgens de DSM-5 (Nederlandse editie): …een syndroom, gekenmerkt door klinisch significante symptomen op het gebied van de cognitieve functies, de emotieregulatie of het gedrag van een persoon, dat een uiting is van een disfunctie in de psychologische, biologische, of ontwikkelingsprocessen die ten grondslag liggen aan het psychische functioneren. Psychische stoornissen gaan gewoonlijk gepaard met significante lijdensdruk of beperkingen in het functioneren op sociaal of beroepsmatig gebied of bij andere belangrijke bezigheden (American Psychiatric Association, 2014, p. 72). De DSM hanteert voor de door psychiaters erkende stoornissen een lijst van criteria die kenmerkend zijn voor de stoornis. In de eerste versies van de DSM waren onderliggende, met name psychoanalytische, theorieën leidend in de beschrijving van psychiatrische verschijnselen. Met de komst van de DSM-III (1980) werd de DSM a-theoretisch. Voor de onderscheiden stoornissen worden geen theoretische verklaringen gegeven noch worden oorzaken genoemd. Zonder theorie is het verklaren van een ziekte/stoornis echter niet mogelijk. Naar aanleiding van de publicatie van de DSM-5 gaf de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie een Q&A-lijst waarin ‘Vijftien veel gestelde vragen over DSM-5’ worden beantwoord (https://www.nvvp.net/website/onderwerpen/detail/dsm-5). Een van de

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw