Sonja Graafstal en Carine Heijligers

501 PERSPECTIEF OP STOORNISSEN terwijl de Sensory Processing Disorder Foundation tevergeefs pleitte voor opname van de prikkelverwerkingsstoornis in de DSM-5 (Scott, 1990). Het bovenstaande duidt erop dat psychiatrische diagnoses geen natuurlijke categorieën kunnen zijn, omdat het (h)erkennen van psychiatrische stoornissen in grote mate afhankelijk blijkt te zijn van de diagnosticus en mede bepaald wordt door de sociale en politieke omstandigheden. Stoornissen en de context Dat psychiatrische stoornissen geen natuurlijke categorie vormen, betekent niet dat het indelen van gedragingen uitsluitend op willekeur is gebaseerd; dat zijn de categorieën ‘de 10 mooiste schilderijen uit de Renaissance’ of ‘stoelen onder € 250’ ook niet. We hebben hiervoor gezien dat de kijk op stoornissen voor een belangrijk deel tijdsgebonden is, wat vroeger onacceptabel gedrag was (homoseksualiteit) is dat nu niet meer, tenminste in sommige delen van de maatschappij. En wat vroeger acceptabel was (e.g., langdurig rouwen, menstruatieklachten, rusteloze benen) is dat mogelijk nu niet meer (respectievelijk, persisterende complexe rouwstoornis, premenstruele dysfore stoornis en rusteloze benensyndroom). Het gaat hier om door clinici gedeelde opvattingen, meningen en overtuigingen over gezond en afwijkend gedrag, vergelijkbaar met opvattingen van kunstkenners over het beste, interessantste, meest controversiële werk van een kunstenaar. In beide domeinen zijn er discussies, omdat er geen unanimiteit bestaat binnen de beroepsgroep. De heersende of dominante mening wordt veelal bepaald door macht, invloed, overtuigingskracht etc.99 Een belangrijke andere observatie over stoornissen is het zogenaamde ‘looping effect’ geformuleerd door de wetenschapsfilosoof Ian Hacking (2007). Dit effect beschrijft het verschijnsel dat ontstaat doordat mensen het fenomeen gaan beschrijven. De beschrijving veroorzaakt vaak onvermijdelijk dat het verschijnsel verandert. Hacking illustreert dit aan de hand van het fenomeen van de meervoudige persoonlijkheidsstoornis. Begin jaren 70 van de vorige eeuw vertelden enkele mensen over een ervaring dat er twee of soms wel drie verschillende personen in hen huisden. Het aantal mensen dat zich herkende in de stoornis nam enorm toe, evenals het aantal persoonlijkheden binnen een persoon. Deze verhalen kregen veel aandacht en al snel spraken psychiaters van een meervoudige persoonlijkheidsstoornis. Een vergelijkbare situatie is ontstaan met het begrip autisme, in het bijzonder Asperger autisme. Door de publieke aandacht voor autisme herkent niet alleen een groeiend aantal mensen zich in deze diagnose, maar past de karakterisering zich ook aan omdat 99 Bij de totstandkoming van de DSM-5 waren 28 Task Forces en ongeveer 170 personen betrokken, die op basis van consensus en niet op basis van wetenschappelijk bewijs van het bestaan van stoornissen overeenstemming bereikten over wel of geen opname in de DSM en over de criteria waaraan voldaan moet worden om een stoornis genoemd te worden. 5A

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw