Sonja Graafstal en Carine Heijligers

52 1B een verklaring van het gedrag. Een voorbeeld hiervan is de behavioristische visie op ontwikkeling (Watson, 1913). Binnen deze visie wordt ontwikkeling gezien als een keten van reacties die elkaar opvolgen, de zogenaamde stimulus-respons reacties. De belangrijkste veronderstelling is dat gedrag, dat gevolgd wordt door een positieve of negatieve bekrachtiger, ertoe zal leiden dat dit gedrag in de toekomst vaker zal optreden of zal uitdoven. De uitwerking van deze visie leidt bijvoorbeeld tot technieken zoals belonen, straffen en negeren van gedrag. Gedrag wordt gezien als het resultaat van een herhaalde reactie op een herhaalde stimulus. Een ander voorbeeld ten aanzien van ontwikkeling is de visie van Freud en de psychoanalytici (Freud, 1918/2013). In de psychoanalyse worden gedragingen van de mens gezien als de innerlijke strijd tussen de drie elementen van de menselijke persoonlijkheid, te weten het ‘id’, het ‘ego’ en het ‘superego’. Het id omvat de primitieve en ongeremde driften zoals honger, dorst, vermijden van pijn en verlangen naar seks. Deze driften bevinden zich in het onderbewuste. Het superego is het tegenovergestelde van het id. Het is het geweten, het morele deel van de persoonlijkheid, het wordt gevormd door de regels die je als kind leert. Deze morele socialisering speelt zich eveneens af in het onderbewuste. In het ego worden het id en het superego samengebracht waardoor het ego zowel bewust als onderbewust is. Dankzij het ego is de mens in staat om behoeftebevrediging even uit te stellen en weet je je toch vriendelijk te gedragen, ondanks dat je van binnen een enorme woede voelt. Onbewust kan er een heftige innerlijke strijd woeden als tegenstrijdige driften en normen vechten om voorrang, waardoor psychische stoornissen kunnen ontstaan. De psychoanalytische hulpverlening richt zich op het bewust maken van die vaak onbewuste strijd. De technieken die hieruit voortvloeien zijn vooral verbaal en hebben te maken met associëren, dromen uitleggen, hypnose, bespreken van gevoelens en herinneringen met de therapeut. Kortom, verschillende visies leiden tot verschillende verklaringen van het gedrag en tot verschillende vormen van behandeling. Het paradigma waarbinnen Beweging-als-houvast zich bevindt is die van de complexe systeemtheorie (CST). We zullen daar in de komende paragrafen dieper op in gaan. Maar eerst willen we nog stilstaan bij het begrip ‘ontwikkeling’. Als we spreken over ontwikkeling, wat verstaan we daar dan onder? Wat betekent het dat een organisme ‘zich ontwikkelt’? Op welke manier kan er naar ontwikkeling gekeken worden? De meeste mensen zien ontwikkeling als iets dat groeit, groter en complexer wordt en waarbij er nieuwe vormen kunnen ontstaan (Thelen & Smith, 1993). Maar hoe verloopt dat proces van complexer worden dan? Is er een vaste route waarlangs het organisme zich ontwikkelt? Is er een blauwdruk ergens in het organisme dat bepaalt hoe de ontwikkeling verloopt? De grote vraag binnen de sociale wetenschappen is waar die kennis zich bevindt waardoor een enkele cel uit kan groeien tot complexe organen en ledematen zoals de lever, longen, handen en benen. Door de eeuwen heen hebben verschillende stromingen de vindplaats van deze kennis afwisselend gelegd in

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw