Sonja Graafstal en Carine Heijligers

530 5B Het criterium contra-indicaties betreft niet alleen karakteristieken van de hulpvrager, maar ook die van betrokkenen of de omgeving. Beweging-als-houvast kent geen contraindicaties voor de hulpvrager. Dat komt overeen met alle andere methoden, behalve MST die er wel een aantal kent. Contra-indicaties ten aanzien van de omgeving worden geformuleerd door Beweging-als-houvast, CSL, de Methode Heijkoop en Theraplay. Bij Beweging-als-houvast en de Methode Heijkoop dienen alle betrokkenen zich achter de aanpak te scharen. Bij CSL en Theraplay vormen ouders met psychiatrische problemen een belemmering voor de behandeling Het uitgangspunt van Beweging-als-houvast is wederkerigheid in de relatie met anderen te optimaliseren door gezamenlijkheid en onderscheid in balans te brengen. Voor EBL is het ‘aangeboren vermogen van meebewogen-zijn’ dat de basis vormt voor de verbetering van de interactie tussen hulpvrager en hulpgever. Bij CSL, Floortime/ FloorPlay en Theraplay gaat men ervanuit dat spelen tussen ouders en kind de aanzet tot ontwikkeling is. Bij MST en VHT is de veronderstelling dat ouders hun opvoedingsvaardigheden respectievelijk de basiscommunicatie moeten verbeteren om gedragsproblemen te verminderen. Bij EK-c heeft de hulpvrager het recht om zelf een hulpplan op te stellen. De Methode Heijkoop stelt dat een andere kijk op de hulpvrager centraal moet staan en volgens de Presentiebenadering is dat de menselijke waardigheid. Kortom, geen van de andere methoden hanteren hetzelfde uitgangspunt als Beweging-als-houvast. Wat de werkwijze betreft komen Beweging-als-houvast en EBL sterk overeen. Voor beiden geldt dat de natuurlijke menselijke beweging de motor vormt van het veranderingsproces. Zowel Beweging-als-houvast als EBL vragen aan de hulpgever om haar bewegingen aan te passen aan de hulpvrager. Bij EBL is het advies om af te stemmen op de hulpvrager en daarna een pauze te nemen. Bij Beweging-als-houvast past de therapeut de eigen beweging op richting, snelheid, afstand, spierspanning en geluid aan, aan die van de hulpvrager. Alle andere methoden formuleren hun werkwijze minder specifiek. Zo hebben CSL, Floortime/FloorPlay en Theraplay spelen als werkwijze. VHT gebruikt video-opnamen van geslaagde interactiemomenten om ander gedrag te stimuleren. De Methode Heijkoop toont video-opnamen om op een andere manier naar de hulpvrager te kijken zodat er een andere vorm van contact mogelijk wordt. Bij EK-c en MST wordt er met de omgeving een hulpplan opgesteld, waarbij bij MST een hulpgever 24/7 beschikbaar is voor hulp aan het gezin. De presentiebenadering stelt dat de presentiebeoefenaar dat doet wat in het hier en nu nodig is voor de hulpvrager. De theoretische onderbouwing van Beweging-als-houvast wordt gevonden in de ontwikkelingspsychologische theorieën van Bowlby, Stern en Trevarthen, alsmede door het systemisch perspectief van Bronfenbrenner. De grootste overlap hierin wordt gevonden met Theraplay en VHT. Daarnaast delen CSL, EBL en Methode Heykoop ook het ontwikkelingspsychologische met Beweging-als-houvast. De Presentiebenadering

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw