538 5B • uitgegaan wordt van mogelijkheden en niet van beperkingen; • gewerkt wordt aan het versterken van het contact; • maatwerk wordt geboden om doelgericht te begeleiden als het contact gemaakt is. De interventie bestaat uit twee fases, de oudercursus en het speelprogramma. De oudercursus geeft ouders inzicht in hun opvoedingsdoelen, opvoedingscognities en opvoedingsbelevingen. Hierbij leren zij ook hoe ze een optimale omgeving en leerkansen kunnen creëren. De speelkamer vormt hiervan een belangrijk onderdeel. Het doel is om de ouders handvatten te geven om de opvoeding naar eigen regie te kunnen uitvoeren. De therapeut begeleidt de ouders in het speelprogramma door het geven van feedback zonder oordeel en zonder druk op de door ouders ingezette interventies. Daarnaast is er begeleiding beschikbaar in de vorm van zogenaamde ‘spelers’; zij bieden spelbegeleiding aan ouders en kunnen desgevraagd ook met de kinderen spelen. Ouders en professionals wordt gevraagd om vanuit een open en echte houding werken. Hierbij wordt er van de ouder verwacht dat die de eigen weerstanden en overtuigingen onderzoekt en zo nodig aanpast. De houding van de ouder wordt methodisch ingezet waardoor het handelen een extra dimensie krijgt. Er wordt toegewerkt naar wederzijds contact tussen ouder en kind en naar vooruitgang. Wat de theoretische onderbouwing betreft worden er bij CSL geen expliciete wetenschappelijke theorieën genoemd waarop de aanpak gestoeld is. De oudercursus lijkt te werken met principes uit de cognitieve gedragstherapie en het speelprogramma legt de nadruk op sensitief en responsief oudergedrag, de principes van de hechtingstheorie. Literatuur Clauwaert, S. (2015a). Descriptieve bewijskracht. Omschrijving van de methode contactgericht spelen en leren. Stichting Horison. https://www.horison.nl/wpcontent/uploads/2016/02/omschrijvingCSLstap1.pdf Clauwaert, S. (2015b). Interventietheorie. Theoretische onderbouwing van de methode contactgericht spelen en leren. Stichting Horison. https://www.horison.nl/wpcontent/uploads/2016/02/theoretischeonderbouwingCSLstap2.pdf Groot, A. (2015). Houvast. Contactgericht spelen en leren met kinderen in het autistisch spectrum. SWP. Emerging Body Language Het doel van EBL is om problemen in het contact en de communicatie te verminderen. De doelgroep wordt gevormd door baby’s, kinderen en volwassenen met autisme en een lichte tot matige verstandelijke beperking of andere ontwikkelingsstoornissen. Meer in het algemeen kan gezegd worden dat de benadering met name geschikt is voor hulpvragers met een ontwikkelingsstoornis, waarbij de taal, een verbale aanpak, niet
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw