Sonja Graafstal en Carine Heijligers

561 ZORGETHIEK EN DE HULPGEVER denken zit stevig verankerd in het hele systeem van de zorg en hulpverlening. Wij zijn echter van mening dat een ‘stoornis’ het resultaat is van de relatie van een persoon in zijn context. De context is bepalend of gedrag wel of niet adequaat is. Dat maakt dat een stoornis een relationeel probleem is en dus geen eigenschap van de persoon in kwestie (Bosman, 2017; Bosman en Voermans, 2016). Hulpverlening vanuit een gelijkwaardige en wederkerige visie zou bij uitstek het domein van de orthopedagogiek moeten zijn, maar daarin loopt het vak naar ons idee nog niet voorop. De cursussen die dit gedachtengoed als leidraad hebben zijn op de universiteit op een paar vingers te tellen. Ongemakkelijkheid Helaas brengt de hulpverlening ons soms ook in een lastig parket (Reerink et al., 2017). Het respecteren van de autonomie van de hulpvrager kan soms tot extreme uitkomsten leiden. Zo hebben we genoemd dat een psychiatrisch patiënt die weigert te eten en die niet gedwongen wordt om te eten, uit respect voor haar autonomie, komt te overlijden. Als we de patiënt dwingen te eten leggen we de autonomie en macht bij de hulpgever. Hoe kunnen we zoiets als autonoom handelen en beslissen gelijkwaardig verdelen over hulpvrager en hulpgever? Is het niet terecht om de hulpgever als meer beslissingsbekwaam en beslissingsbevoegd te zien, omdat goede zorg nu eenmaal vraagt om de regie van de hulpvrager over te nemen? Door dit probleem relationeel te benaderen worden we uitgenodigd om anders te kijken naar deze problemen. Vanuit het gedachtegoed van Beweging-als-houvast ligt een belangrijk deel van de oplossing in de relatie tussen hulpgever en hulpvrager, waarbij gezocht wordt naar momenten van verbinding op thema’s waar hulpvrager en hulpgever het over kunnen hebben zonder dat het thema beladen is.104 Vanuit gezamenlijkheid en verbinding kan vervolgens toegewerkt worden naar volggedrag van de hulpvrager in de gewenste richting. Ethisch perspectief Na het bespreken van het historisch perspectief op zorg en hulpverlening staan we in deze paragraaf stil bij de ethiek rondom zorg en hulpverlening. Ons past bescheidenheid en terughoudendheid wanneer we spreken over onze visie en ons beroepen op aspecten van de zorgethiek. Wij zijn geen ethici en ons spreken hierover is eerder stamelend en aarzelend. Toch willen we een poging wagen omdat we in de praktijk nogal eens aanlopen tegen de gevolgen van de marktwerking van de zorg. Economische belangen spelen steeds vaker een belangrijke rol in hoe hulp verdeeld, toegewezen en beoordeeld 104 Ervaringen met verschillende vrouwen met anorexia laten zien dat het mogelijk is om gezamenlijkheid en onderscheid te creëren op ‘veilige’ onderwerpen die niets met eten te maken hebben. Als het toch over eten gaat, dan werd er gesproken over de geur, textuur, kleur, smaak etc. Zaken als lichaamsgewicht en het aantal calorieën worden niet vermeden, maar de hulpgever ziet dit niet als focus van het contact. Om strijd hierover te voorkomen, verwijst de hulpgever de hulpvrager naar een diëtist. Door dit onderwerp over te laten aan de diëtist blijven alle andere thema’s en activiteiten bespreekbaar en wordt de verbinding veilig gesteld. 5C

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw