Sonja Graafstal en Carine Heijligers

568 5C volledig mee te gaan. Doordat ze vervolgens wat onderwerp en fysieke houding betreft weer een eigen richting kiest, kan ze Joey meenemen. Hij aanvaardt haar voorstel en gaat als vanzelf rechtop zitten, met als beloning aan het eind van de interactie dat hij zonder te vragen zelfs meehelpt de tafel af te ruimen. Vanuit het perspectief van complexe systemen, zoals beschreven in hoofdstuk 2, kan gesteld worden dat door op een onderliggend niveau van de interactie in te grijpen, het doel vanzelf ontstaat of emergeert. Het middel is gezamenlijkheid en onderscheid bewerkstelligen op bewegingsniveau en het doel is wederkerigheid waar gepast gedrag uit kan ontstaan. We kunnen het doel niet bereiken door telkens op het beoogde resultaat te wijzen. Het doel ontstaat uit het afgestemde interactiepatroon tussen hulpvrager en hulpgever. Het ‘hoe’ is de essentie Ten slotte willen we nog een belangrijk misverstand ophelderen. Wij worden veelvuldig geconfronteerd met de opmerking dat het nogal logisch is dat je met Beweging-alshouvast succes hebt, omdat iedereen zoveel individuele aandacht krijgt, vooruitgaat. Dit is een onjuiste voorstelling van zaken. Het gaat niet om de kwantiteit, maar de kwaliteit van de interactie. Het is het hoe van de interactie, waardoor de hulpvrager kan ontwikkelen. De gedachte dat de groei in wederkerigheid toe te schrijven is aan de verandering die zij met hun eigen beweging hebben ingezet is voor studenten en hulpgevers soms moeilijk te bevatten. Een veel gehoorde reactie is: ‘hij kent mij nu en daardoor vertrouwt hij mij nu en daarom gaat het beter’. Wat maakt nu dat de hulpvrager de hulpgever kent en vertrouwt, dat is een stap die over het algemeen niet gezet wordt. De veronderstelde verklaring is, als je maar lang genoeg bij elkaar bent, ontstaat vertrouwen vanzelf en vooruitgang wordt dan aan toeval of tijd toegeschreven. Dat het niet de duur, maar de vorm van de interactie is die het contact verbetert en de wederkerigheid doet toenemen, lijkt voor velen onbegrijpelijk. We hebben echter voldoende voorbeelden waar jarenlange behandeling geen enkele kwalitatieve verbetering te zien gaf, maar waar met de inzet van Beweging-als-houvast wel vooruitgang werd geboekt. Een goede illustratie hiervan is de casus Zack-John. In het eerste jaar waarin John met Zack werkte, was het doel om Zack te volgen en aan te sluiten bij het gedrag dat Zack vertoonde. Dat leidde echter niet tot nieuw gedrag bij Zack. Toen John na een tijd het advies kreeg om naast volgend gedrag, ook een onderscheidende beweging in te zetten, raakte Zack geïnteresseerd in John. Zack volgde John en liet daarmee nieuw gedrag zien, dat er voorheen niet was. Dit gebeurde onmiddellijk nadat John van strategie was veranderd. Het nieuwe gedrag was in het begin gebaseerd op het initiatief van John, maar na enkele weken kon hij op eigen initiatief nieuw gedrag tonen. Dit voorbeeld laat zien dat het niet de duur maar de vorm van de interactie is die essentieel is om verandering te bewerkstelligen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw