Sonja Graafstal en Carine Heijligers

588 5C scharen: Een relevante hbo- of wo-opleiding, waar inhoudelijke kennis en didactische kwaliteiten voorop staan, die de gekozen interventie kan verantwoorden, goede relationele eigenschappen heeft en weet op welke wijze de hulpgever ondersteund kan worden (Goodall & Porgrebna, 2015; Stoker & Rink, 2015). Bekostiging Een laatste aspect dat de implementatie en verspreiding van de methode bemoeilijkt is de duur van de hulpverlening. In de meeste gevallen wordt Beweging-als-houvast ingezet bij de moeilijkste gevallen. De verwachting dat deze methode in korte tijd tot een succesvolle uitkomst kan leiden, is misplaatst. Een jarenlange opeenstapeling van problemen met daarbovenop een reeks van niet werkzame aanpakken, kan niet binnen een half jaar rechtgezet worden met Beweging-als-houvast. Toch is de reden om een meerjarige aanpak op basis van Beweging-als-houvast niet goed te keuren omdat dit te duur zou zijn, irrationeel. Een hulpvrager die met behulp van Beweging-als-houvast een grotere zelfstandigheid bereikt en wellicht zelfs zonder (zware) zorg door het leven kan, is niet alleen goedkoper voor de maatschappij, zij krijgt ook een menswaardiger bestaan. Uiteraard is hier het probleem dat de organisatie die de kosten moet dragen voor de uitvoering niet altijd dezelfde is die de kosten draagt voor de gevolgen van langdurige zorg. Uit het onderzoek van Van Heugten (2010) naar enkele casussen die op basis van Beweging-als-houvast zijn behandeld, is gebleken dat de kostenbesparingen voor een hulpvrager in de miljoenen kunnen lopen. Laten we de Britse uitdrukking ‘penny wise, pound foolish’ ter harte nemen en investeren in een methode die echt zoden aan de dijk zet voor mens en maatschappij. Uitdagingen Op verschillende residentiële instellingen is men bekend met Beweging-als-houvast, dankzij individueel opgeleide hulpgevers en therapeuten die daar werkzaam zijn of studenten die daar stage hebben gelopen. Ook binnen zorgkantoren, gemeentes of het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) zijn mensen van deze methode op de hoogte, veelal nog onder de oude naam EBL. Deze bekendheid leidt er echter niet vanzelfsprekend toe dat de methode grootschalig toegepast wordt. Op De La Salle en andere locaties van Koraal werd de methode structureel in diverse hulpvormen toegepast, zoals bij de naschoolse dagbehandeling, diverse leefgroepen en de ambulante hulpverlening. De borging van een methode op een residentiële instelling vraagt om omarming van de methode binnen alle lagen van de instelling. Dit is niet eenvoudig en dit heeft vooral te maken met een andere kijk op hulpverlening, waarover we al eerder spraken. De zorg en hulpverlening in Nederland is volledig georganiseerd rondom ‘het behandelen van een probleem bij de cliënt’ en is niet op een relationele manier van werken ingericht. Dit is te zien in alle processen rondom de hulpverlening, zoals de financiering vanuit de indicatiestelling (lees: aanvraag vanuit het probleemgedrag), het diagnostisch proces, de behandeling, het opstellen van doelen en de opleiding van hulpgevers.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw