Sonja Graafstal en Carine Heijligers

70 1B ruzie of geschreeuw is, kan het ertoe leiden dat het kind de vertrouwde manier van omgaan met deze stress opzoekt, waardoor de attractor zich verdiept. Als het patroon zich ontwikkeld heeft tot een diepe ‘kuil’, de attractor, dan komt het kind niet zomaar los het van bestaande patroon. Meestal is er hulp of input van buitenaf nodig om een nieuwe manier van reageren te ontwikkelen. Een hulpgever zou voor de ‘opschudding’ kunnen zorgen die het systeem nodig heeft om uit deze attractor te komen, mits er door de hulpgever een andere manier van communiceren wordt aangeboden. Van welk mechanisme de hulpgever dan gebruik zou kunnen maken komt in hoofdstuk 1d bij ‘synchronie en onderscheid’ aan de orde. Afbeelding 1b.8 Voorbeeld van de (On)Stabiliteit van een Attractor Noot. Illustratie W. de Muijnck, 2020. Stabiliteit en variabiliteit De mate waarin het systeem geneigd is om in een bepaalde attractor te blijven wordt binnen de CST de stabiliteit van het systeem genoemd (Thelen & Smith, 1998). Externe verstoringen, ook wel perturbaties genoemd, kunnen ervoor zorgen dat het systeem uit zijn attractor komt. Er ontstaat dan een nieuwe situatie met daardoor de mogelijkheid om nieuw gedrag aan te bieden en nieuwe, andere reacties uit te lokken. Op deze manier kan een andere attractor (lees ‘gedrag’) ontstaan. Of dit gebeurt hangt af van de kracht van de perturbaties en de sterkte van de attractor. Hoe dieper de attractor is hoe meer energie in het systeem gestopt moet worden om hier weer uit te komen. Te weinig perturbatie kan ertoe leiden dat het systeem wel heen en weer beweegt in de attractor, maar daarna weer stilvalt. Hierdoor lijkt het van een afstand alsof er niks gebeurd is. Een attractor kan er van een afstand uitzien als een stabiele eigenschap van het systeem, iets dat voorgeprogrammeerd is in de genen of dat zich bevindt in de hersenen en daardoor vaststaand is. Deze stabiliteit is echter bedrieglijk want het systeem is, ook als het zich in een attractor bevindt, voortdurend in beweging. Dit geeft het systeem de mogelijkheid zich aan te passen wanneer de omstandigheden zich daartoe lenen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw