Sonja Graafstal en Carine Heijligers

71 SYSTEMISCH ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF Er zijn ook attractors die uitermate instabiel zijn, waardoor ze nauwelijks als attractor worden waargenomen. Een voorbeeld is dat in het beginstadium van het ontstaan van een nieuw gedragspatroon, de stabiliteit van dat patroon nog ver te zoeken is en dat er slechts korte momenten zijn waarop het nieuwe gedrag zichtbaar is. Het doel van de interventie is dan om de omstandigheden zo te creëren dat het systeem meermalen wordt uitgenodigd om dit nieuwe gedrag te laten zien. Het creëren van een attractor kost tijd. Dit betekent dat in het ‘ondergrondse wortelstelsel’ al langzaam een nieuwe attractor aan het ontstaan is, terwijl aan de oppervlakte de indruk ontstaat dat er al die tijd niets gebeurt, tot ‘ineens’ het nieuwe gedrag zichtbaar is. De fase voorafgaand aan het verschijnen van nieuw gedrag is de transitie op weg ernaartoe. Naast stabiliteit speelt ook de variabiliteit van een systeem, het kunnen aanpassen aan veranderingen, een belangrijke rol in adaptiviteit. Zoals we net gezien hebben, verstaan we onder stabiliteit ‘de toestand van het hele systeem gecombineerd met de weerstand die het systeem heeft tegen verandering’. Fluctuaties brengen het systeem in beweging en vormen de bron voor nieuwe gedragingen (dit kunnen gewenste of ongewenste gedragingen zijn in de ogen van de toeschouwer). Er kunnen hierdoor meer of minder variatiemogelijkheden ontstaan om te reageren op een bepaalde situatie. We spreken daarom niet over gedrag als eigenschap van een persoon, maar als een vorm van aanpassing van het systeem op aanwezige omgevingsfactoren. Tijd Feedback Een belangrijke grootheid binnen de CST is ‘tijd’. We hebben al gezien dat tijd een belangrijke rol speelt in de processen die bestudeerd worden. Vroegere gebeurtenissen hebben hun effect in het heden. Dit geldt zeker voor biologische systemen zoals dieren en mensen. Bij elk proces waarbij de uitkomst de nieuwe input vormt voor het volgende proces hebben we te maken met feedback. We noemen dit proces een iteratief proces. Feedback is al even ter sprake gekomen bij de algemene systeemtheorie waar we het evenwicht besproken hebben van een systeem. Maar feedback heeft ook te maken met de factor tijd. Er zijn twee soorten van feedback, positieve en negatieve feedback. Onder positieve feedback verstaan we het zelfversterkende van het gedrag. Een actie waarvan de uitkomst zich een volgende keer herhaalt. Negatieve feedback betekent het uitdoven van het gedrag of het ontstaan van een evenwicht. De woorden ‘positief’ en ‘negatief’ hebben hier dus geen normatieve waarden in de zin van ‘goed’ of ‘fout’. Negatieve feedback helpt om de stabiliteit van een systeem te begrijpen, positieve feedback gaat over de veranderingen en groei van een systeem (Hudson, 1999). Geneste tijdschalen We hebben al genoemd dat een systeem zoals de mens bestaat uit verschillende subsystemen, organen, hersenen, ledematen etc. De ontwikkeling van deze subsystemen vindt plaats op unieke tijdschalen. Een voorbeeld hiervan is te zien 1B

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw