76 1B Kind A groter is dan bij Kind B. Er is geen natuurwet die stelt dat dit altijd het geval is. Vandaar dat er in psychologisch onderzoek altijd een geringe hoeveelheid verklaarde variantie wordt gevonden. Uit deze beschrijving van het ontwikkelingsverloop kunnen we afleiden dat elke nieuwe situatie weer een nieuwe interactie ontlokt en dat wordt transactie genoemd. Aangezien we niet weten welke invloeden er op een ontwikkelend individu zullen gaan plaatsvinden, is het onmogelijk om de ontwikkeling van een individu uit louter de beginsituatie te voorspellen. Om die reden beschrijft het woord transactie veel beter de ontwikkelende relatie tussen het individu en de omgeving dan het woord interactie. Interactie heeft daarmee een statische betekenis terwijl transactie naar een dynamische ontwikkeling verwijst. De factor tijd is in het transactionele model de motor van de ontwikkeling. Wij gebruiken om deze reden in het vervolg van ons onderzoek liever het begrip transactie dan interactie. Conclusie De lezer zou zich aan het eind van het hoofdstuk gekomen kunnen afvragen wat het belang is van al deze abstracte en veelal wiskundige benadering voor een vak als orthopedagogiek of een hulpverleningsmethode. De reden is dat het werken met voorspellingen omtrent de ontwikkeling van gedrag niet in overeenstemming is met de werkelijkheid van het leven. Er zijn eigenlijk maar heel weinig lineaire relaties bekend in de werkelijke wereld, de meeste veranderingen zijn complex of niet-lineair van aard. De reden om toch met lineaire relaties te werken is vooral ingegeven omdat het gemakkelijk is. Lange tijd is niet-lineariteit en complexiteit ook door wetenschappers niet begrepen. Dankzij de huidige computermodellen kunnen we nu op een grafische en beeldende manier het patroon van complexe relaties duidelijk en inzichtelijk maken (Sardar & Abrams, 2016). Wanneer we dit vertalen naar gedrag dan kunnen we stellen dat verandering van een bepaald gedrag niet langs een recht gebaand pad verloopt. De mens is een complex systeem en we ontwikkelen ons volgens een complex patroon omdat ons ‘ik’ in het hier-en-nu steeds bepaald wordt door het vorige moment. Wij dragen zogezegd onze geschiedenis in ons mee. Daarnaast staan we voortdurend in interactie met onze omgeving waarin tal van variabelen ons gedrag en handelen beïnvloeden, soms zelfs zonder dat we er weet van hebben. Een ogenschijnlijk en onbeduidend voorval kan een reeks van gebeurtenissen veroorzaken zonder dat op voorhand de afloop bekend is15. Wanneer we het ‘butterfly-effect’ vertalen naar de hulpverlening dan kan dit betekenen 15 Een prachtig voorbeeld hiervan is de roman van Vonne van der Meer, Ik verbind u door, uit 2004. Een lichte wrevel in het echtelijk bed in de ochtend leidt tot een aaneenschakeling van gebeurtenissen dat via de ene partner een dode als gevolg heeft en via de andere partner leidt tot het redden van een kind van de dood in Afghanistan.
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw