Sonja Graafstal en Carine Heijligers

94 1C hebben van continuïteit; doorgaan vanuit het verleden naar het nu ofwel het ontdekken van terugkerende regelmatigheden in de stroom van gebeurtenissen. Zelf-agency Zelf-agency gaat over autonomie in zijn kleinste vorm. Dit betekent dat er een eigen wil is, dat er controle is over zelf geïnitieerde bewegingen (je arm beweegt wanneer jij dat wil). Er is proprioceptische feedback dat gepaard gaat met de uitgevoerde beweging en er zijn verwachtingen over de consequenties van je acties (het wordt donker als je je ogen sluit). Stern beschrijft een prachtig voorbeeld in zijn boek van een Siamese babytweeling die aan de buik verbonden waren. Voor het overige waren ze vrij om hun armen en hoofd afzonderlijk van elkaar te bewegen. De verzorgers observeerden dat de beide meisjes soms op hun eigen duim en soms op die van het zusje sabbelden. Om te onderzoeken of de zusjes het verschil tussen de eigen duim en die van de ander konden ervaren, deed men de volgende testjes. Een hand van de onderzoeker werd op het hoofdje gelegd van de duim-sabbelende baby en de andere hand pakte het handje van de baby om de duim uit de mond te trekken. Als het de eigen duim betrof die uit de mond werd getrokken, dan nam de spierspanning in de arm toe, omdat de baby de eigen duim terug in de mond wilde stoppen. Als het de duim van het zusje was die uit de mond werd getrokken, dan bewoog het hoofd zich naar voren naar de duim toe in de hoop die weer te vinden en in de mond te kunnen steken. De spierspanning in de arm nam dan niet toe. Beide zusjes reageerden tijdens de testjes op dezelfde manier. Dit voorbeeld laat alle aspecten van zelf-agency zien. De betekenis hiervan voor de baby is dat het consistentie ervaart in de eigen bewegingen. Er is een verwachting die volgt op de wil en de beweging en die verwachting wordt beloond. Dit in tegenstelling tot bewegingen die gericht zijn op de ander. Een baby kan het hoofd richten naar de moeder en daarmee de verwachting hebben dat zij elkaar aankijken, maar het is niet gezegd dat zij terugkijkt. Er is dus een verschil in de ‘beloning’ die volgt op de eigen acties en die van de ander. Een baby die vocaliseert voelt altijd de trilling ervan in de borst en keel, maar het is niet vanzelfsprekend dat moeder ook gaat vocaliseren. Het verschil tussen deze twee acties is nodig om zichzelf te kunnen ervaren en is het begin van het ervaren van contact met de ander. Zonder het contact met de ouder is er geen verschil te ervaren. Dus voor het ontwikkelen van een geheelzelf is de ander cruciaal. Zelf-coherentie Welke mogelijkheden heeft de baby om zelf-coherentie te ervaren en het verschil tussen zichzelf en de ander, tussen wie ben ik en wie is de ander? Het beste voorbeeld hiervan is het vermogen van de baby om temporele structuren te ontdekken, synchronie in ritme te detecteren en ook de afwijkingen daarvan. De baby beweegt al zijn ledematen in onderlinge samenhang en synchronie met elkaar. Dat wil niet zeggen dat ze allemaal hetzelfde doen, of op hetzelfde moment beginnen met bewegen of stoppen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw