Luppo Kuillman

Appendices 152 beleving als blijk van vertrouwen in mijn kunnen via de Whatsapp mij deed toekomen. Met de inclusie van verpleegkundig specialisten (VS’en) om bij te samplen was achteraf bezien misschien wel ‘het cirkeltje rond’. Jouw academische carrière nam een vlucht na jouw proefschrift waarbij je onderzoek hebt gedaan naar de inzetbaarheid van nurse practitioners (de ‘voorlopers’ van de hedendaagse VS’en) en nu bij dit laatste proefschrift zijn ook weer VS’en tijdens het onderzoek geïncludeerd. Hebben we dan nu een helder beeld op hoe PA’s en VS’en handelen op het moment dat een moreel dilemma zich aandient? Volmondig nee, maar we hebben wel de nodige instrumenten getest en gevalideerd en zicht gekregen op antecedenten van ethische besluitvorming onder PA’s en VS’en. Iets wat mij betreft een springplank zal bieden voor toekomstige onderzoeken. Ik ben jou zeer erkentelijk voor het aanhoudend vertrouwen dat ik dit proefschrift tot een goed eind zou brengen. Dank, dank, dank! Laetitia Mulder, wij maakten voor het allereerst kennis toen ik samen met Prof. Dr. Frank Hindriks, destijds tweede promotor verbonden aan dit traject, bij jou op bezoek kwam om de plausibiliteit van het onderzoek model ook vanuit de moraal- psychologische discipline te toetsen. Ik was voornemens alle paden te toetsen, jij gaf toen al aan dat dit veel te ambitieus was (en kreeg achteraf ook gelijk!). Na het onvoorzien vertrek van Frank als tweede promotor had ik sterk de behoefte aan een ‘theoretisch’ begeleider die mij op het kruisvlak van de domeinen van de ethiek en moraal psychologie op z’n minst kon bevragen en uitdagen. Op suggestie werd je door Petrie Roodbol gevraagd om toe te treden tot de begeleidingscommissie. In alle open- en eerlijkheid: dit ging in aanvang niet zonder slag of stoot. Ik als ‘toegepaste onderzoeker’ ging vaak prat op de statistisch significante bevindingen, jij trok mij keihard terug naar de voor jou vanzelfsprekende, wetenschappelijke houding om vanuit theoretisch onderbouwde hypotheses de data te benaderen. In de beginperiode waarbij ik menige conceptversies van jou terugkreeg die figuurlijk van mijn scherm spatten door het rood van de opmerkingen, heb ik regelmatig getwijfeld of ik überhaupt aan jouw standaard zou kunnen voldoen. Echter, bij het laatste manuscript meende ik zelfs complimenten te lezen en neem daarin de vrijheid te mogen opmaken dat ik daarin dus een ontwikkeling heb doorgemaakt dat op z’n minst ook jouw waardering heeft gekregen. Dank voor het begeleiden van mij als niet- standaard promovendus. Graag wil ik de beoordelingscommissie, bestaande uit: Prof. dr. P.L.P. Brand , Prof. dr. P.U. Dijkstra en Prof. dr. A.A. De Bont bedanken voor de tijd en moeite die werd opgebracht voor het beoordelen van mijn proefschrift.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0