Franny Jongbloed

267 10 NEDERLANDSE SAMENVATTING zoals zichtbaar vóór chirurgie, was in een minder sterke mate aanwezig na chirurgie. Deze data laten zien dat patiënten met morbide obesitas en het metabool syndroom tekenen van versnelde veroudering laten zien. Dit geeft een belangrijk inzicht in de mogelijke redenen voor het toegenomen risico op mortaliteit en morbiditeit in deze patiënten. Het feit dat deze negatieve effecten deels kunnen worden tegengegaan door chirurgie is een indicatie dat bariatrische chirurgie bevorderlijk kan zijn voor zowel gezondheid als levensduur. Om deze reden zou de versnelde veroudering bij mensen met morbide obesitas en het metabool syndroom een criterium kunnen zijn om bariatrische chirurgie toe te passen, naast het al bekende criterium van gewichtsreductie. De criteria voor het ondergaan van bariatrische chirurgie zouden daarom onder de loep moeten worden genomen om de behandeling voor morbide obesitas in de toekomst te kunnen optimaliseren. Klinische toepasbaarheid van nutritionele preconditionering De eerste klinische vertaling van alle diëten zoals verricht in de diermodellen is verricht in hoofdstuk 7 . In dit hoofdstuk hebben we de haalbaarheid en veiligheid van een calorie- en eiwitbeperkt dieet onderzocht in mensen. Daarvoor hebben we zowel levende nierdonoren als bariatrische chirurgie patiënten gerandomiseerd in één van de volgende 3 groepen: de eerste groep kreeg een experimenteel, synthetisch vloeibaar dieet met 30% calorische restrictie en 80% eiwitrestrictie voor 5 dagen; de tweede groep kreeg een placebo synthetisch vloeibaar dieet voor 5 dagen wat isocalorisch was aan hun dagelijkse energiebehoefte; de derde groep was de controlegroep en deze mensen kregen geen restricties wat betreft voedsel inname. De haalbaarheid en veiligheid van de diëten werden bepaald aan de hand van gerapporteerde ongemakken, gewichtsveranderingen en metabole parameters zoals gemeten in bloedmonsters voor en na alle dieetinterventies. Totaal had 71% van de donoren en bariatrische chirurgie patiënten zich aan het restrictie-dieet gehouden, waarbij het dieet in 2/3 van de gevallen voor lichte ongemakken zorgde. Deze ongemakken, voornamelijk gastro-intestinaal van aard, werden laag gescoord en verdwenen snel op het moment van hervatten van het normale eetpatroon. Het merendeel van de patiënten dat het dieet echter niet had volgehouden, gaf wel aan dat de ongemakken hiervan de reden waren. Met name de bariatrische chirurgie patiënten gaven deze ongemakken vaker aan, mogelijk vanwege de connectie tussen obesitas en functionele gastro-intestinale klachten. De haalbaarheid van het dieet kon objectief worden gemeten via de metabole parameters prealbumine (PAB) en retinol binding protein (RBP): serumwaarden van beide parameters waren significant verlaagd na het volgen van het restrictieve dieet in tegenstelling tot de groepen met het placebodieet en geen dieet. De vertakte keten aminozuren leucine en valine waren ook beide significant verlaagd in de dieetgroep in tegenstelling tot de placebo- en controlegroep. De dieetgroep liet geen hoger percentage complicaties of een langere

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw