Femke Mathot

Chapter 11 190 NEDERLANDSE SAMENVATTING In de algemene inleiding, hoofdstuk 1 , worden de doelen van dit proefschrift uiteengezet. Het algemene doel is het verbeteren van de uitkomsten van gedecellulariseerde allogene zenuwtransplantatendiegebruikt worden in het geval vanperifeer zenuw letsel. Mesenchymale stamcellen bevatten regeneratieve eigenschappen die mogelijk gunstige effecten hebben op zenuw regeneratie wanneer ze gebruikt worden in combinatie met zenuwtransplantaten. Deze regeneratieve eigenschappen van stamcellen zijn het gevolg van de productie en excretie van trofische (groei) factoren. Omdat schwann-cellen essentieel zijn voor functionerende, maar zeker ook voor regenererende zenuwen, zou het differentiëren van stamcellen in schwann-cell achtige cellen mogelijk leiden tot nog meer excretie van trofische factoren die van belang zijn bij zenuw regeneratie. In dit proefschrift hebben we gepoogd te analyseren of het toevoegen van stamcellen, al dan niet in een gedifferentieerde vorm, de gewenste verbetering van de uitkomsten van zenuwtransplantaten kan bewerkstelligen. Hoofdstuk 2 beschrijft de rationale van dit proefschrift, waarin relevante beschikbare literatuur wordt samengevat. Hierin komen differentiatie-technieken, strategieën om cellen in of op zenuwen te bezorgen en eerder beschreven uitkomsten van ongedifferentieerde en gedifferentieerde stamcellen aan de orde. Het induceren van een neurale differentiatiestaat van stamcellen wordt in voorgaande studies voornamelijk op een efficiënte manier bereikt door de cellen te kweken in een mengsel van chemicaliën en groeifactoren. Cel-doseringen en optimale toedieningstechnieken zijn onvoldoende onderzocht, maar het dynamisch zaaien van ongedifferentieerde stamcellen lijkt een efficiënte en atraumatische methode om stamcellen gelijkmatig te verdelen over het oppervlak van een zenuwtransplantaat. Hoewel gedifferentieerde cellen in vitro meer zenuw-regeneratie potentie lijken te hebben, hebben eerdere onderzoeken dit voordeel nog niet kunnen bevestigen in vivo. Het differentiëren van stamcellen vergt extra tijd en materiaalkosten. Het is derhalve essentieel om overtuigende in vivo resultaten te verkrijgen om te bepalen welk celtype de meeste potentie heeft om in de toekomst in de kliniek toegepast te worden. Hoofdstuk 3 focust op de ontwikkeling van een stamcel-toedieningsstrategie die toepasbaar is op zowel ongedifferentieerde als gedifferentieerde stamcellen. Om te bepalen of de eerder beschreven dynamische zaaiings-strategie vergelijkbaar toepasbaar is op gedifferentieerde stamcellen, werden samples van 1x10^6 stamcellen (ongedifferentieerd of gedifferentieerd) samen met een gedecellulariseerd zenuwtransplantaat in een reageerbuis geplaatst. Deze reageerbuizen werden vervolgens geroteerd voor 6, 12 of 24 uur. Cel-vitaliteit, bezaaiings- efficiëntie en cel-distributie over de oppervlakte van de zenuwtransplantaten werden geëvalueerd. Gedifferentieerde cellen konden gezaaid worden, leidend tot een vergelijkbare cel-distributie als het zaaien van ongedifferentieerde cellen. Twaalf uur zaaien leidde tot de meest optimale cel bedekking voor zowel ongedifferentieerde en gedifferentieerde cellen, maar gedifferentieerde stamcellen hadden een significant hogere bedekking dan ongedifferentieerde stamcellen (95% versus 80%). De bevindingen wijzen erop dat het differentiëren van stamcellen de in vitro aantrekkingskracht op gedecellulariseerde zenuwtransplantaten vergroot.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0