Tiam Mana Saffari

261 SUMMARY / SAMENVATTING 12 In Hoofdstuk 3 is een chirurgische techniek beschreven voor de gesteelde adipofasciale lap (SIEF), gevoed door de oppervlakkige epigastrische slagader (SIEA). Deze lap wordt geoogst in het abdomen, geroteerd op de vaatsteel en subcutaan getunneld naar het been. Daar wordt deze lap om de nervus ischiadicus heen gewikkeld om vascularisatie toe te voegen aan het zenuwbed. Na een follow-up van 12 en 16 weken was de lap vitaal in alle gevallen. De resultaten van deze studie valideren de SIEF lap als een betrouwbare techniek om vascularisatie toe te voegen en bieden bewijs om deze lap te gebruiken in de experimenten van dit proefschrift. Wij zouden het gebruik van de SIEF lap aanraden om vascularisatie toe te voegen in het bekken, de genitaal regio en het bovenbeen van de rat. In Hoofdstuk4 onderzochtenwij methoden omde vaatstructuur van getransplanteerde zenuwen in de rat dimensionaal te kunnen beschrijven en de angioneogenese objectief te meten. Door middel van conventionele fotografie (tweedimensionaal) werd het vasculaire oppervlak gemeten en met behulp van micro computertomografie (micro CT, driedimensionaal) werd het vasculaire volume in kaart gebracht in dezelfde zenuw. Daarna kon voor elke techniek de bloedvat/zenuw ratio worden berekend welke werd gepresenteerd in percentages (vessel%). Voorts konden deze technieken worden gebruikt omde vasculaire patronen in kaart te brengen omde nieuwvorming van vaten (angioneogenese) te beschrijven. Wegens het driedimensionale beeld van de micro CT, droeg deze techniek hier in het bijzonder aan bij. De correlatie tussen beide methoden was significant (r = 0.951, p = 0.049) voor beide tijdspunten. Deze resultaten tonen aan dat beide technieken kunnen worden toegepast afhankelijk van het doel van de studie. Het vijfde hoofdstuk combineert de technieken beschreven in Hoofdstuk 3 en 4 om revascularisatie van gedecellulariseerde allogene zenuwtransplantaten ter reconstructie van perifeer zenuwletsel in de rat te beschrijven. Na twee weken begon revascularisatie in de allogene zenuwtransplantaten in combinatie met een SIEF lap vanuit beide zenuwuiteinden op gang te komen bestaande uit dunne, kleine bloedvaatjes. Het middelste deel bleef vooralsnog avasculair. Gedurende de follow-up bleek de groei van de nieuwgevormde vaten evidenter vanuit proximaal dan vanuit distaal. Het toevoegen van de SIEF lap verbetert de revascularisatie van allogene zenuwtransplantaten significant op 2, 12 en 16 weken, vergeleken met alleen het allogene zenuwtransplantaat. In autogene zenuwtransplantaten werden grotere longitudinaal lopende vaten herkend over de gehele lengte van de zenuw, vergelijkbaar