Josephine van Dongen

Dutch summary/Nederlandse samenvatting 208 Introductie Rotavirus is een belangrijke oorzaak van acute gastro-enteritis (AGE) bij kinderen. Rotavirus AGE kenmerkt zich door acuut ontstaan van diarree, koor ts en/of overgeven. De ziektelast is hoog, vooral vanwege dehydratie, dat vooral bij zuigelingen kan optreden. In Nederland is het rotavirus verantwoordelijk voor 1900-3400 ziekenhuisopnames per jaar en vijf tot zes doden op kinderleeftijd. Deze ziektelast wordt in ontwikkelde landen, zoals Nederland, vooral ervaren door kinderen die te vroeg of te klein zijn geboren of kinderen met een aangeboren afwijking. Kinderen met een van deze drie medische risico aandoeningen hebben een verhoogd risico op ernstige complicaties als gevolg van rotavirus AGE. Sinds 2006 zijn er werkzame, levend verzwakte orale vaccins tegen rotavirus beschikbaar voor zuigelingen, RotaTeq en Rotarix. Deze vaccins verminderen het risico op ernstige rotavirus AGE met meer dan 80%. De vaccins worden over het algemeen goed verdragen. Er is echter een klein verhoogd risico op invaginatie (een acuut ziektebeeld waarbij een deel van de darmen in elkaar schuift) in de eerste zeven dagen na de eerste dosis. Het risico op invaginatie wordt geschat op 1.1 tot 2.7 per 100.000 rotavirus gevaccineerde kinderen. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseer t universele vaccinatie tegen rotavirus voor zuigelingen, vanwege de gunstige risico-batenverhouding van vaccinatie. In Nederland is er tot op heden geen rotavirusvaccinatie programma, in tegenstelling tot de situatie in meer dan 100 landen wereldwijd. De Gezondheidsraad heeft in september 2017 een advies uitgebracht waarin zij positief staat ten opzichte van universele vaccinatie en het rotavirusvaccin in ieder geval adviseer t voor kinderen met een medische risicofactor. De minister van Volksgezondheid besloot in 2018 een gericht rotavirusvaccinatie programma te implementeren voor deze groep kwetsbare kinderen. Dit programma zou in juni 2020 star ten. Echter, op basis van de voorlopige resultaten van dit proefschrift, werd in april 2020 de implementatie voor onbepaalde tijd uitgesteld en werd de Gezondheidsraad opnieuw om advies gevraagd over rotavirusvaccinatie, met inachtneming van de onderzoeksgegevens zoals beschreven in dit proefschrift. In dit proefschrift wordt het Risk-group Infant Vaccination Against Rotavirus (RIVAR) project beschreven. In dit project werd rotavirusvaccinatie aangeboden aan zuigelingen met medische risico aandoeningen met als doel de vaccin effectiviteit, veiligheid en haalbaarheid van dit programma te bestuderen. De groep zuigelingen die in het RIVAR project werd onderzocht was gedefinieerd als zuigelingen met 1) een of meer medische risico aandoeningen: prematuriteit (geboren voor 36 weken zwangerschapsduur), een laag geboor tegewicht (minder dan 2500 gram) en/of, een ernstige aangeboren afwijking. En 2) ontvangen van (poli-) klinische zorg (tussen zes en 14 weken postnatale leeftijd) in een deelnemend ziekenhuis. In totaal namen der tien ziekenhuizen op 15 locaties deel aan het RIVAR project. Het RIVAR project was ontworpen om twee hoofdvragen te beantwoorden en bestond uit de implementatie van een

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0