Crystal Smit

178 drijfveren voor het drinken van water leek hen te hebben gemotiveerd. Om het drinken van water bij hun leeftijdsgenoten te promoten, gebruikten de influence agents vooral face-to-face technieken, zoals het goede voorbeeld geven, met leeftijdsgenoten praten over het drinken van water en hen steunen bij het drinken van water. Ze bleken weinig gebruik te maken van onlinetechnieken, zoals het delen van berichten over water drinken via het sociale media platform ( Social Buzz ). De influence agents slaagden erin om hun leeftijdsgenoten zich meer gesteund te laten voelen in het drinken van water en het gevoel te geven dat anderen vinden dat zij meer water moeten drinken. De influence agents slaagden er niet in de intrinsieke motivatie van hun leeftijdsgenoten te verhogen. Hoofdstuk 6—Discussie Dit proefschrift sluit af met een hoofdstuk waarin de belangrijkste bevindingen bediscussieerd worden. Allereest liet dit proefschrift zien dat intrinsieke motivatie een belangrijke rol speelt bij het bevorderen van gezond drinkgedrag bij kinderen. De Share H 2 O sociale netwerk interventie, dat zich richt op het verhogen van intrinsieke motivatie, bleek effectief te zijn in het bevorderen van een gezond drinkgedrag bij kinderen. Intrinsieke motivatie bleek ook de belangrijkste voorspeller te zijn voor waarom kinderen water drinken. Ten tweede liet dit proefschrift ziendat socialenormeneengrote rol spelen inde ShareH 2 O interventie. De effectiviteit van de interventie bleek af te hangen van de bestaande normen over het drinken van water. De Share H 2 O interventie was alleen effectief voor kinderen die aanvankelijk dachten dat hun leeftijdsgenoten vaak water dronken en niet het gevoel hadden dat hun leeftijdsgenoten dachten dat zij water zouden moeten drinken. Anderzijds bleek de Share H 2 O interventie ook de normen over het drinken van water te kunnen veranderen. Kinderen bleken na de interventie het gevoel te hebben dat anderen vonden dat ze meer water moesten drinken. Vervolgens bediscussieert dit hoofdstuk hoe bepaalde aspecten de resultaten van dit proefschrift hebben kunnen beïnvloeden. Allereerst is het consumptiegedrag van de kinderen gemeten door zelfrapportage. Er is een kans dat kinderen hun eigen consumptie hebben onder- of overschat. Daarom zou toekomstig onderzoek

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0