Marianne Welmers

Appendices 180 In Hoofdstuk 5 presenteerde ik de resultaten van een exploratieve studie naar het verband tussen (a 1 ) verschillen tussen gezinsleden in hun afzonderlijke alliantie met de gezinsbehandelaar, (a 2 ) dealliantie tussen gezinsleden, ookwel gezamenlijkedoelperceptie genoemd, en (b) gedragsproblemen van het geïndiceerde kind 18 maanden na afsluiten van de hulp. De steekproef bestond uit 29 gezinnen, vanwege de kleine steekproef met onvoldoende statistische power werden ook substantiële niet-significante correlaties die van theoretisch belang zouden kunnen zijn gerapporteerd. In deze studie hing een groter verschil tussen gezinsleden in de sterkte van hun geobserveerde alliantie met de gezinsbehandelaar in de beginfase van de hulp samen met minder gedragsproblemen na afloop van de hulp. Gedurende het traject veranderde deze samenhang: 2 maanden later gemeten hingen grotere alliantie-verschillen tussen gezinsleden juist samen met méér gedragsproblemen na afloop van de hulp, al ging het slechts om een klein en niet significant verband. Hier was de conclusie dat wellicht vooral het proces van balanceren van de verschillende werkrelaties tijdens het behandeltraject bijdraagt aan succesvolle hulp, meer dan de aanwezigheid van die verschillen zelf. Verder liet deze studie eenmatige, maar niet significante samenhang zien tussen een sterkere gezamenlijke doelperceptie binnen het gezin (de alliantie tussen gezinsleden) in de actieve veranderfase van de hulp en afname van internaliserende gedragsproblemen bij de jeugdige 18maanden na afloop van de hulp. Hier was de conclusie dat een sterke gezamenlijke doelperceptie binnen het gezin mogelijk effect heeft op het verminderen van internaliserende gedragsproblemen, wat vraagt om verder onderzoek. Conclusies De bevindingen uit dit proefschrift laten zowel het belang als de complexiteit zien van het werken aan sterke allianties met gezinnen die (ambulante) gezinsbehandeling ontvangen vanwege complexe opgroei- en opvoedproblemen. De onderzoeksresultaten onderstrepen ook de relevantie van een systemische benadering van de alliantie in de (ambulante) gezinsbehandeling, zowel voor onderzoek als voor de praktijk. Deze systemische benadering omvat het proces van werken aan meerdere allianties met verschillende gezinsleden tegelijkertijd, het betrekken van kinderen en jongeren in een gezamenlijk behandelproces met ouders en het stimuleren van de samenwerking tussen gezinsleden aan gezamenlijke doelen. Een belangrijke vervolgstap voor onderzoek naar de alliantie in de context van ambulante gezinsbehandeling is het gebruik van grotere, meer diverse steekproeven van gezinnen om de generaliseerbaarheid van resultaten te versterken. Dit biedt ook de mogelijkheid tot meer geavanceerde data-analyses van systemische aspecten van de alliantie, zoals

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0