Harmen Beurmanjer

124 Nederlandse samenvatting en discussie mee hebben. Deze positieve associaties zouden kunnen bijdragen aan een snelle terugval in het dagelijkse GHB-gebruik. De rol van stigma in GUD Stigma ten aanzien van patiënten met SUD’s komt veel voor, zowel binnen onze maatschappij als de gezondheidszorg (Van Boekel, Brouwers, Van Weeghel, & Garretsen, 2013). GHB lijkt echter met meer stigmatisering te komen dan andere middelen (Palamar & Halkitis, 2006). Tijdens mijn onderzoek ben ik veel clinici tegengekomen die patiënten met GUD omschrijven als ‘moeilijk’ en soms zelfs als de ‘moeilijkste groep’ van patiënten met SUD’s. Een mixed-method study uit 2011 (Koekkoek, Hutschemaekers, van Meijel, & Schene, 2011) toonde aan dat het ‘moeilijke’ patiënt- label in verband wordt gebracht met professioneel pessimisme, passieve behandeling, doorverwijzing of beëindiging van zorg. Patiënten met meerdere problemen, zoals patiënten met GUD, missen doorgaans één duidelijke diagnose of komen in aanmerking voor veel diagnoses. Het ‘moeilijke’ patiëntlabel kan in dergelijke gevallen gemakkelijk worden gegeven, waardoor een meer bruikbare of geldige diagnose wordt verhuld, hetgeen mogelijk schadelijk is voor de patiënt (Koekkoek et al., 2011). Daarentegen werd gevonden dat een duidelijke psychiatrische diagnose patiënten ‘beschermt’ tegen professioneel pessimisme, vooral een diagnose met een vermeende neurobiologische basis. De status van ‘moeilijke’ patiënt wordt gemakkelijk versterkt door patiënt- en professioneel gedrag, waarbij aanvankelijk hulpzoekend gedrag wordt gekwalificeerd als ‘moeilijk’ of ineffectief chronisch ziektegedrag en ineffectief professioneel gedrag (Koekkoek et al., 2011). De relatieve nieuwheid van GHB en het gebrek aan studies naar behandelingen voor deze populatie kunnen hen extra kwetsbaar maken om verkeerd begrepen en als moeilijk bestempeld te worden. Dit onderstreept de noodzaak van onderzoek en bovenal de verspreiding van de resultaten onder (geestelijke) gezondheidswerkers. Dit zal waarschijnlijk helpen voorkomen dat patiënten als moeilijk worden bestempeld en het stigma dat daarmee gepaard gaat. Om dit te bereiken zijn de afgelopen jaren richtlijnen ontwikkeld, seminars en webinars georganiseerd, waaronder postacademische opleidingen voor psychologen, psychiaters en verslavingsartsen. Belangrijker is dat onlangs de eerste uitgebreide GUD-behandel- richtlijn (Joosten, Van Wamel, Beurmanjer, & Dijkstra, 2020) werd ontwikkeld en vrij werd verspreid onder hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg. Deze richtlijn bevat de resultaten van dit proefschrift en een uitgebreid overzicht van alle beschikbare relevante informatie over de behandeling van patiënten met GUD die op dit moment bekend is.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0