Harmen Beurmanjer

128 Nederlandse samenvatting en discussie Overwegingen voor psychosociale interventies bij patiënten met GUD Naast farmacologische interventies hebben patiënten met GUD bovenal niet-farmacolo- gische interventies nodig, hoewel deze niet zijn onderzocht als onderdeel van dit proefschrift. Zoals geconcludeerd in deel 1 van deze discussie, moet GUD worden beschouwd als een gewone SUD. Daarommoeten bestaande evidence-based behandel- programma’s voor SUD ook voor GUD-patiënten worden overwogen. Er is echter een aantal zaken waarmee rekening gehouden moet worden. Ten eerste hebben we laten zien dat het cognitief functioneren bij veel patiënten met GUD is aangedaan, vooral wanneer patiënten nog steeds GHB gebruiken (hoofdstuk 4). Deze cognitieve stoornissen zullen er waarschijnlijk toe leiden dat patiënten moeite hebben om hun situatie te overzien, hun herstel dienovereenkomstig te plannen en te onthoudenwat in behandeling wordt besproken. Dit suggereert dat patiënten met GUD baat zouden kunnen hebben bij aangepaste behandelmethoden, rekening houdend met deze cognitieve problemen, bijvoorbeeld door ondersteuning te bieden bij planning, cognitieve training en frequentere therapiesessies met voldoende herhaling (Rensen, Egger, Westhoff, Walvoort & Kessels , 2019; Verdejo-Garcia, Garcia-Fernandez en Dom, 2019). Ten tweede hebben we bij GUD-patiënten weinig ambivalentie waargenomen ten opzichte van GHB (hoofdstuk 4). Dit vereist een sterke focus op motiverende gespreks­ voering om betrokkenheid van patiënten ten aanzien van hun behandeling te creëren (Diclemente, Corno, Graydon, Wiprovnick, & Knoblach, 2017). Dit zou ondersteund moeten worden door psycho-educatie, misschien in samenwerking met voormalige patiënten die nu deel uitmaken van peer support groepen. Ten derde, de toegenomen angstgevoelens, zoals waargenomen in hoofdstuk 3, hebben mogelijk speciale (niet-farmacologische) aandacht nodig. Patiënten voorbereiden op wat ze gaan ervaren in combinatie met het aanleren van gedragsstrategieën om met angstgevoelens om te gaan, zou het voor hen gemakkelijker kunnen maken om de eerste fase van onthouding te doorstaan. Om het herstelproces verder te helpen, is het aan te bevelen om (gezonde) belangrijke naasten te betrekken die ondersteuning kunnen bieden aan de patiënt tijdens de behandeling, vooral buiten het therapeutisch programma. Een gezond ondersteuningsnetwerk dat zich bewust is van de kwetsbaarheden van de patiënt zou in moeilijke situaties ondersteuning kunnen bieden. Overwegingen bij het plannen van de behandeling en de organisatie van de zorg voor patiënten met GUD De negatieve effecten van acute GHB-intoxicatie, ontwenningsverschijnselen en risico op bijwerkingen in combinatiemet beperkt inzicht in ziekte, hoge angstniveaus en cognitieve stoornissen plaatsen clinici voor een dilemma; waar en hoe te beginnen met de behandeling van GUD? Enerzijds willen we dat patiënten zo snel mogelijk stoppen met GHB om zowel lichamelijk als geestelijk te herstellen en de negatieve effecten van GHB-in- toxicatie op cognitie op te heffen. Aan de andere kant, als we beginnen met detoxificatie

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0