Harmen Beurmanjer

130 Nederlandse samenvatting en discussie moeilijk om subpopulaties in detail te beschrijven. Verschillen in definities van belangrijke demografische gegevens, middelengebruik en psychiatrische symptomen bemoeilijken het vergelijken van onderzoekspopulaties verder. Belangrijker nog, het ontbreken van longitudinale studies maakte het onmogelijk om iets te zeggen over de overgang of recreatief gebruik naar GUD. In hoofdstuk 3 hebben we kwalitatieve methoden toegepast om enig inzicht te krijgen in deze transitie door patiënten te interviewen over hun GUD. Hoewel deze methode veel informatie geeft, bestaat er een risico op recall-bias, vooral vanwege de verstorende effecten van GHB op het geheugen. Hoewel deze beperking natuurlijk de herinneringen van patiënten kan beïnvloeden, blijft het hun kijk op de situatie. Daarom blijven de resultaten klinisch relevant, ondanks mogelijke verstorende effecten van GHB-gebruik of GUD. De veronderstelde geheugenproblemen werden bevestigd in hoofdstuk 4, waar veel GUD-patiënten laag scoorden in de MoCA. De opzet van de studie, het veel voorkomende polymiddelengebruik en langdurige slaapproblemen maken het echter onmogelijk om causale GHB-effecten op cognitieve stoornissen los te koppelen van de effecten van andere factoren. Bovendien zouden de cognitieve stoornissen aanwezig kunnen zijn voordat het middelengebruik begon. Hoewel causaliteit niet kan worden vastgesteld, rechtvaardigen de resultaten klinische aandacht voor cognitieve stoornissen bij de behandeling van patiënten met GUD. In deel 2 van dit proefschrift werden twee behandelingen (hoofdstukken 5 en 6) geëvalueerd, hoewel we hierbij controlegroepen gebruikten, waren dit geen gerandomi- seerde gecontroleerde trials (RCT). De detoxificatievergelijking (hoofdstuk 5) was gebaseerd op een gematchte controlegroep design, dit kan niet voor alle factoren controleren die de uitkomst van het onderzoek zouden kunnen beïnvloeden. Bovendien verschilden de twee locaties in de start van medicatietoediening. Tijdens de start van de BZD-behandeling werd de toediening gestart op basis van veranderingen in vitale parameters. Farmaceutische GHB-behandeling volgde meer subjectieve parameters om te beginnen met het toedienen van farmaceutische GHB. Dit verschil kan de gemelde onthouding hebben beïnvloed. Voor de vergelijking van detoxificatiemethodes zou een RCT natuurlijk ideaal zijn. Echter, gezien het snelle beloop van het GHB onthoudings­ syndroom, risico’s op ernstige bijwerkingen en in de literatuur beschreven problemen met BZD-detoxificatie dit lijkt een RCT niet mogelijk bij mensen om zowel praktische als ethische redenen. Hoewel de resultaten van de baclofenstudie in hoofdstuk 6 veelbelovend waren, moet rekening worden gehouden met het open label design. Dit laat het risico bestaan​ om voornamelijk zeer gemotiveerde patiënten op te nemen die zich terdege bewust zijn van het risico op terugval, en deze te vergelijken met patiënten met een algemeen grotere kans op terugval.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0