Joost Peerbooms

146 Chapter 10 Nederlandse Samenvatting In dit proefschrift wordt het gebruik van trombocytenrijk plasma (PRP) bij de behandeling van een aantal musculoskeletale aandoeningen geëvalueerd. Verschillende onderzoeken worden beschreven om de kennis van de basisprincipes van PRP te verbeteren en de voor- en nadelen ervan in verschillende toepassingen aan te tonen. Hoofdstuk 1 is een algemene introductie betreffende het gebruik van PRP bij musculoskeletale aandoeningen, waarbij met name het gebruik ervan bij tendinopathie en wondgenezing wordt besproken. Er wordt een korte uiteenzetting van de geschiedenis van PRP gegeven. Daarnaast wordt de techniek van het bereiden van PRP en het vrijkomen van groeifactoren uit de bloedplaatjes uitgelegd. Hierna volgt een bespreking van de effectiviteit van PRP. Het laatste deel van dit hoofdstuk geeft een overzicht van het proefschrift. Hoofdstuk 2 is een overzicht van de literatuur betreffende de commerciële PRP- scheidingssystemen en de resulterende concentraties van de bloedbestanddelen. Er bestaat een grote heterogeniteit tussen de PRP-scheidingssystemen met betrekking tot de concentraties van bloedplaatjes, leukocyten en groeifactoren in het PRP. Het type PRP dat bij de behandeling moet worden gebruikt, moet worden gekozen op basis van het specifieke klinische toepassingsgebied. Aangezien de ideale concentraties van bloedbestanddelen en groeifactoren voor een bepaalde toepassing nog moeten worden vastgesteld, dient toekomstig onderzoek zich richten op het bepalen van het type PRP dat het meest geschikt is voor ieder afzonderlijk gebied. Hoofdstuk 3 beschrijft een gerandomiseerde klinische studie bij patiënten die een totale knieprothese (TKP) hebben ondergaan. Wij hebben onderzocht of het gebruik van PRP bij TKP de wondgenezing en de kniefunctie zou verbeteren en het bloedverlies en het gebruik van pijnstillers zou verminderen. In totaal werden 102 patiënten die een TKP ondergingen, gerandomiseerd in een PRP-groep ( n = 50) of in een controle-groep (C) ( n = 52). De primaire analyse omvatte 73 deelnemers (PRP = 32 en C = 41) en vergeleek de postoperatieve wondscores, de VAS-scores, de WOMAC-scores, de kniefunctie, het gebruik van analgetica en de pre- en postoperatieve hemoglobinewaarden tussen de twee groepen. 29 deelnemers werden geëxcludeerd vanwege onvoldoende gegevens. De kenmerken van de geïncludeerde studie patiënten waren vergelijkbaar met die van de patiënten die werden geëxcludeerd. De analyse richtte zich op de overige 73 patiënten. Bij aanvang en na 3 maanden follow-up waren er geen statistisch significante verschillen tussen de PRP-groep en de controle-groep wat betreft leeftijd, lengte, gewicht, geslacht, kant van de operatie, aantal bloedplaatjes, hemoglobinewaarden, ernst van de klachten (WOMAC) en het pijn niveau. Bij de patiënten die een TKP kregen, bevorderde het aanbrengen van PRP op het wondgebied de wondgenezing niet. Tevens zagen wij dat PRP geen effect had op de pijn, de kniefunctie of de hemoglobinewaarden.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0