Joost Peerbooms

147 Nederlandse samenvatting Hoofdstuk 4 beschrijft het gebruik van PRP bij aandoeningen van de bovenste extremiteit. PRP wordt sinds 1990 gebruikt in de tandheelkunde en bij reconstructieve chirurgie van het aangezicht. De toepassing van PRP in andere vakgebieden neemt snel toe, als gevolg van de beschreven positieve effecten op de genezing van botten, spieren en pezen, alsmede bij wondgenezing. In vitro studies tonen aan dat groeifactoren die vrijkomen uit de bloedplaatjes een positief effect hebben op de genezing van weke delen. De toepassing van PRP voor aandoeningen van de bovenste extremiteit neemt eveneens snel toe. In dit hoofdstuk wordt de literatuur besproken. Wij kwamen tot de conclusie dat het gebruik van PRP bij aandoeningen van de bovenste extremiteit meer in detail bestudeerd zal moeten worden. Hoofdstuk 5 beschrijft een gerandomiseerde klinische studie bij patiënten met chronische epicondylitis lateralis (tenniselleboog). De studie werd uitgevoerd in 2 perifere ziekenhuizen in Nederland. In totaal werden 100 patiënten met chronische tenniselleboog klachten gerandomiseerd in een PRP-groep ( n = 51) of in een corticosteroïd-groep ( n = 49). De primaire analyse omvatte de VAS- en DASH-scores. Succesvolle behandeling werd gedefinieerd als een vermindering van ten minste 25% in de VAS- of DASH-score na 1 jaar zonder re-interventie. De resultaten toonden aan dat, volgens de VAS-score, 24 van de 49 patiënten (49%) in de corticosteroïd-groep en 37 van de 51 patiënten (73%) in de PRP-groep succesvol waren, hetgeen significant verschillend was ( P < .001). Bovendien waren volgens de DASH-score 25 van de 49 patiënten (51%) in de corticosteroïd-groep en 37 van de 51 patiënten (73%) in de PRP- groep succesvol, hetgeen eveneens significant verschilde ( P = .005). De corticosteroïd- groep was aanvankelijk beter en nam daarna af, terwijl de PRP-groep geleidelijk verbeterde. Behandeling van patiënten met chronische tenniselleboog klachten met PRP vermindert pijn en verbetert de functie significant ten opzichte van een injectie met corticosteroïden. Bij de beslissing om in de toekomst voor tenniselleboog klachten PRP te gebruiken, dienen clinici rekening houden met de verdere follow-up van dit onderzoek en met mogelijke kosten, complicaties en baten. In hoofdstuk 6 beschrijven we het lange termijn effect van de PRP-injectie na een follow- up van 2 jaar. De behandeling van de patiënten in de PRP-groep was succesvoller dan die in de corticosteroïd-groep ( P < .0001). Succes werd gedefinieerd als een vermindering van 25% in de VAS- of DASH-scores zonder re-interventie na 2 jaar. Wanneer de baseline VAS- en DASH-scores werden vergeleken met de scores na 2 jaar, verbeterden beide groepen significant in de loop van de tijd. De DASH-scores van de corticosteroïd-groep keerden echter terug naar de uitgangswaarden, terwijl die van de PRP-groep significant verbeterden. Er waren geen complicaties gerelateerd aan het gebruik van PRP. Behandeling van patiënten met chronische tenniselleboog klachten met PRP, vermindert de pijn en verbetert de functie significant ten opzichte van het effect van een injectie met corticosteroïden na een follow-up van 2 jaar. 10

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0