Iris Kanera

218 Samenvatting bewegen nam in de interventiegroep met 151 minuten per week toe, hetgeen 75 minuten per week hoger was vergeleken met de controlegroep. Daarnaast bleek het gebruik van specifieke modules het effect op matig intensief bewegen, fruit en visconsumptie te versterken. Echter, deze resultaten verloren hun significantie na een correctie voor multiple testing en zouden daarommet voorzichtigheid geïnterpreteerd moeten worden. Er werden geen significante interventie effecten gevonden ten aanzien van het rookgedrag door een te laag aantal rokers in de studiepopulatie. Echter, rokers in de interventiegroep maakten bijna drie keer zoveel kans op stoppen met roken in vergelijking met de controlegroep. In het zesde hoofdstuk wordt het onderzoek beschreven waarin geëvalueerd wordt of de positieve gedragsveranderingen na zes maanden op het gebied van matig intensief bewegen en groenteconsumptie op langere termijn bleven gehandhaafd (na 12 maanden). Daarnaast werden mogelijke moderatie effecten van geslacht, leeftijd, opleidingsniveau en het gebruik van de gedragsspecifieke module onderzocht. De resultaten laten zien dat de toename aan matig intensief bewegen na 12 maanden gehandhaafd bleef onder de groep van voormalige kankerpatiënten die jonger waren dan 57 jaar. Dit duurzame effect van de Kanker Nazorg Wijzer op het matig intensieve beweeggedrag had een gematigde effectgrootte en was klinisch relevant. De initiële toename van de groenteconsumptie na zes maanden bleef niet gehandhaafd na 12 maanden. In het zevende hoofdstuk wordt een samenvatting en discussie gegeven over de belangrijkste bevindingen uit de studies die in deze dissertatie zijn beschreven en worden methodologische aspecten besproken. Daarnaast worden suggesties voor toekomstig onderzoek aangereikt en voorstellen gedaan voor een mogelijke verbetering van de Kanker Nazorg Wijzer en de implementatie in de zorgpraktijk. Belangrijke sterke punten van de gepresenteerde interventiestudies zijn de grote studiepopulatie, het sterke onderzoeksdesign (gerandomiseerd gecontroleerd experiment), de follow-up meetperiode van 12 maanden na de basislijnmeting, het lage aantal uitvallers en de geavanceerde statistische analyses inclusief intention-to-treat analyse en correcties voor multiple testing. Daarnaast worden enkele beperkingen benoemd, zoals de samenstelling van de doelgroep. Voor toekomstig onderzoek wordt aanbevolen om de werkingsmechanismen van de interventie verder te onderzoeken, door bijvoorbeeld te testen of de bereikte effecten optraden door de veronderstelde veranderingen in sociaalcognitieve factoren. Daarnaast kunnen uitgebreide kwalitatieve en kwantitatieve evaluaties plaatsvinden om het proces van inzet en betrokkenheid van de deelnemers in de interventie te verhelderen. Verder zouden toekomstige studies zich kunnen richten op de determinanten van gedragsbehoud en zouden de effecten van het geautomatiseerde moduleverwijssysteem fundamenteler kunnen worden getest. Het is belangrijk om tijdens de implementatie van de interventie in de zorgpraktijk het gebruik en de effecten van de Kanker Nazorg Wijzer te blijven volgen en te evalueren. Vervolgens worden in dit zevende hoofdstuk een aantal

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw