Elien Neimeijer

139 emotionele stabiliteit bij cliënten (Auty & Liebling, 2019; Bressington, Stewart, Beer, & MacInnes, 2011; Beech & Hamilton-Giachritsis, 2005; Johansson & Eklund, 2004; Long et al., 2011; Moos, Shelton, & Petty, 1973; Schubert, Mulvey, Loughran, & Losoya, 2012; Van der Helm, 2011; Van Ginneken, Palmen, Bosma, & Sentse, 2019). Van een gesloten en repressief leefklimaat is sprake als cliënten weinig ondersteuning van sociotherapeuten ervaren, de mogelijkheden voor groei minimaal zijn, er een grim- mige en niet uitnodigende sfeer op de afdeling heerst en er sprake is van veel repressie en beheersing van gedrag en risico’s. Repressie belichaamt de oneerlijke en onderdrukkende kanten die een gesloten systeem kan hebben. Daarnaast kenmerkt repressie zich door weinig (dag)structuur, ruimte en tijd voor de cliënten, geen flexibiliteit, steeds meer een strengere regels, gebrek aan privacy, onderlinge gevoelens van onveiligheid, verveling, wantrouwen tussen de cliënten, wantrouwen naar sociotherapeuten, gevoelens van wan- hoop en een gebrek aan toekomstperspectief. In een gesloten en repressief leefklimaat is er een onevenwichtige machtsbalans, een gebrek aan wederzijds respect en ligt de nadruk op straffen en regels. In tegenstelling tot een open leefklimaat kan dit alles leiden tot een afname van behandelmotivatie, meer agressief gedrag, emotionele instabiliteit bij cliënten en een negatief behandelresultaat. Uit recent onderzoek naar de effecten van dwang op de kwaliteit van het leefklimaat en behandelresultaten komt naar vor- en dat gedwongen behandeling kan werken, maar dat hoe meer dwang en drang wordt toegepast, hoe meer incidenten voorkomen, hoe slechter de behandeluitkomsten en hoe hoger de recidive (De Valk, 2019; Hachtel, Vogel, & Huber, 2019; Kowalinski, Schnee- berger, Lang, & Huber, 2017; Parhar, Wormith, Derkzen, & Beauregard, 2008; Ros, Van der Helm, Wissink, Schaftenaar, & Stams, 2013). Gedwongen behandeling werkt alleen als er sprake is van een therapeutisch klimaat met vervulling van psychologische basisbe- hoeften verbondenheid, competentie en autonomie, gezamenlijke besluitvorming en een goede werkrelatie tussen cliënten en sociotherapeuten (Hachtel, Vogel, & Huber, 2019; Ryan & Deci, 2017; Schaftenaar, 2018). Sociotherapeuten staan daarmee voor de complexe taakopgave om enerzijds, als gevolg van de problematiek van cliënten, risico’s te taxeren en managen en anderzijds een therapeutische relatie op te bouwen, te onderhouden en recht te doen aan de noden en behoeftes van cliënten (‘de behandeling – beveiliging paradox’; Inglis, 2010; Jacobs, 2012). Deze paradox krijgt al tientallen jaren veel aandacht in wetenschappelijk onder- zoek. In de forensische zorg zijn de Risk, Need en Responsivity (RNR), de ‘What works’, principes van Andrews en Bonta (2006) uitgegroeid tot de belangrijkste uitgangspunten

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0